ie. Het aantal controleerende ambtenaren (en hun bureaux) zij zoo klein mogelijk ten opzichte van het aantal produceerende ambtenaren. 2e_ Een ambtenaar verrichte zoo min mogelijk arbeid die door een minder onderlegd of goedkooper kracht kan geschieden. 3e. Te bevorderen is dat ambtenaren van een zelfde dienst verschillende ambten bij die dienst kunnen vervullen en bereiken. Het eerstgenoemde is zoo vanzelf sprekend dat wij daarop niet nader zullen ingaan. Dat een ambtenaar, wiens opleiding en kennis zeer ver uitsteekt boven wat de praktijk van hem verlangt, op den duur geen be vrediging vindt in zijn werk is te verwachten. Wie geen bevrediging vindt, verricht zijn arbeid met minder vlijt en lust dan wenschelijk ware. Behalve het voordeel van geringer te betalen salaris aan een eenvoudiger kracht, mist de Staat ook het voordeel van de arbeidslust van den wat wij noemen «te knappen» ambtenaar. Wat het derde door ons. genoemde betreft, hiervan geldt het «last but not least». Het ligt nu eenmaal in de menschelijke natuur dat hij streeft naar hooger. Zoo ook de ambtenaar. Niemand hunner ontkomt gedurende een 40 jarige loopbaan aan het koesteren van de hoop op promotie. Door de periodieke verhoogingen van de salarissen wordt slechts ten deele voorzien in dat streven. Meer wordt gewaardeerd pro motie, die gepaard gaat met wijziging van werkkring, titel, rang. Als daarop geen kansen zijn, wanneer de deuren niet openstaan, wanneer door schotjesmakerij de toegang tot andere ambten be lemmerd, afgepaald en afgesloten is, och wat droeve gevolgen voor een dienst komen daaruit voort! Andere uitwegen worden dan gezocht die alle en altijd nadeelig zijn voor den Staat. Men zoekt zoo mogelijk een goed heenkomen in de particuliere Maat schappij. Men bevordert (dikwijls onbewust) het creëeren van andere functies waartoe de toegang niet afgesloten zal zijn. Men verdedigt het voortbestaan van ambten waarin men wel benoemd kan worden, maar die wellicht door veranderde omstandigheden deels overbodig werden. Men graaft zich diep in eigen functie, zoekt door ingewikkelder werkmethode, door de arbeid zooveel mogelijk te verwetenschappelijken de waardeering ervoor te ver- hoogen om dan op zijn beurt den toegang tot dat werk te be lemmeren aan al wie niet is de absoluut gelijke. Naar het ons I02

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 102