io6 studietoelage verleend aan ambtenaren. Deze eerste hervorming der personeelsorganisatie kwam dus tot stand. Erkend wordt de goede bedoeling, maar dat de uitvoering van die bedoeling nogal vreemd en kostbaar werd zal door niemand worden ontkend. Gezien deze eersteling zien wij dan ook met vreeze tegemoet wat nog verder tot stand zal worden gebracht: «de Veldassistent». De Belastingklerk zal n.l. na zijn kostbare teekenaarsopleiding nogmaals weder in aanmerking komen voor een andere kostbare omvorming en wel tot hulplandmeter, tot veldassistent. Eerst op volwassen leeftijd getransformeerd van vreemdeling tot ingewijde in het Kadaster, volgt dan nog op ouderen leeftijd de metamorphose van kantoormensch tot buitenwerker. Zijn salaris is middelerwijl gestegen, hij is gegroeid tot vol waardig en geroutineerd teekenaar. Wederom verlaat hij dan de rij der producenten en wordt student. Wederom legt hij beslag op den tijd van leermeesters. Zijn tweede omvorming wordt nog kostbaarder dan de eerste maal. Niet f 1200 per jaar is dan zijn studietoelage, maar ongeveer f 2000. Niet 1 landmeter kan 4 veldassistenten vormen maar hoogstens 2, niet met lk van zijn tijd zal de landmeter kunnen volstaan, maar vordert van hem de student-assistent, die te velde steeds naast hem is. Het wordt duur! Verder zullen wij hierop niet ingaan. Wij erkennen ook hier de goede bedoeling, wij erkennen de mogelijkheid dat goed- koopere krachten dan landmeters eenvoudige veldarbeid ver richten, maar wij zien in die opleiding en omvorming op Rijks kosten een methode en uitgave, die beter ware na te laten. Na de geuite critiek gevoelen wij het als onze plicht om ook opbouwend werkzaam te zijn en aan te duiden hoe dan wel de teekenaarsopleiding zou kunnen geregeld worden. Met behoud van al wat vastgesteld werd in het K. B. van 16 Maart 1932 kunnen vele der daaraan vastklevende bezwaren weggenomen worden, indien het den Minister mocht behagen om in een toelichting te omschrijven wat wel verstaan moet worden onder de bewoordingen van de 2e alinea artikel 13 2^. Daar staat: «Bij dit examen (Voor keuze der op te leiden klerken) wordt allereerst gelet op de geschiktheid, voor het ambt van teekenaar». Indien verduidelijkt werd, dat bedoeld wordt geschiktheid voor

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 106