De laatste ploeg der jongelieden, die in Wageningen het diploma «landmeten» behaalden, werd niet aangesteld; jongemenschen, die als adsp.-landmeter nauwelijks de helft zouden verdienen van de zooeven genoemden; jongelui, die krachtens hun academisch diploma theoretisch grondig onderlegd zijn en die reeds eenige practische ervaring hebben opgedaan. En deze jongelui, na een aantal jaren tot landmeter aangesteld, moeten dan nog ongeveer vier jaren in deze functie werkzaam zijn, eer zij zooveel zouden verdienen als de genoemde teekenaars veldassistent, waarbij men wel moge bedenkendat deze laatsten niet met hun positie tevreden zullen zijnindien zij niet een behoorlijke toelage ontvangen. Maar dan zou het Rijk na een aantal jaren tenminste over volwaardige krachten beschikken! «Bepaalde werkzaamheden kunnen door veldassistenten worden «verricht; de economische mogelijkheid van de invoering van «den rang van veldassistent en ook het aan die invoering ver ebonden gevaar voor de intrinsieke waarde van het kadaster «kunnen thans niet worden beoordeeld; ten einde deze juist te «kunnen beoordeelen komt het gewenscht voor, dat een proef «wordt genomen». De proef werd genomen door onze collega's W. Smit en A. C. J. Hof te Amsterdam. Zij hebben den Minister een rapport erover uitgebracht. Op een verzoek van onze Vereeniging om kennis te mogen nemen van den inhoud van het rapport, werd door den Minister afwijzend beschikt. Het kan dus niet onder werp van discussie zijn. We mogen evenwel veronderstellen, dat de voortgezette proefneming het resultaat vormt van de conclusie, waartoe onze collega's in dat rapport zijn gekomen. Voor ons ligt een artikel van collega Smit «eenige gedachten over organisatie» (tijdschrift K. en L. 1930 pag. no v.), waar deze een pleidooi inschakelt voor het nieuwe instituut een pleidooi met de noodige reserves. Ofschoon geschreven vóór de proef, zou het ons verwonderen, als het uitgebrachte rapport veel afweek van de hierin ontwikkelde denkbeelden. iog x) Had men hèn maar tot veldassistent benoemd! «Geodeten stampt men niet uit den grond!» Van de adsp. landmeters vordert men een zwaar vakexamen, eer zij bekwaam worden geacht tot zelfstandig werk. Deze veldassistenten schijnen zóó maar in de organisatie te worden ingelascht.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 109