die bij hunne besluiten dus moeten steunen op adviezen en rap
porten van derden en die maar al te gaarne, i?i tijden als deze
het oor zullen leenen aan voorstellen, die tot een (schijnbare)
bezuiniging leiden.
Tijden van crises zijn tijden van reactie. De wijzers van de
kadasterklok worden een halve eeuw teruggezet!
We betreuren het, dat ervaren teekenaars aan hun werkkring
worden onttrokken om hen «klaar te stoomen» voor werkzaam
heden, waarvoor hun practische bruikbaarheid dubieus is
voor een werkkring, waarvoor hun theoretische scholing zeer
zeker onvoldoende mag heeten.
Waar deze assistenten veel te duur zijn voor de aanvullings
werkzaamheden, waarvoor wij ze zouden kunnen gebruiken,
vreezen wij, dat ze weldra benut zullen worden voor werkzaam
heden, waarvoor men ze niet behoorde te gebruiken; voor op
metingen, waarvan de resultaten gedekt zullen worden door de
handteekening van den landmeter, maar waarvan deze toch
eigenlijk de verantwoordelijkheid niet dragen kan.
Het beginsel, waarvoor landmeter I. Boer Hzn streed om te
komen tot een technisch-beter (bewijskrachtig) kadaster had als
eerste voorwaarde betrouwbaar, d. w. z. geodetisch behoorlijk
geschoold personeel.
Wij voorzien thans een periode van gevaarlijk dilettantisme
op kadastraal gebied, een tijdperk van «beunhazerij», dat aan
het vertrouwen, dat gemeentebesturen, rechtbank, notarissen en
publiek in de waarde der kadastermetingen zijn gaan stellen,
ernstig afbreuk zal doen.
Wij zijn overtuigd, dat vele collega's erover denken zooals wij,
en wij achtten het beter dit neer te schrijven, dan met een «après
nous le déluge» schouderophalend verdertegaan.
G. W. Kloosterboer.
J. Eggens.
Deventer, Juni 1932.
111