ook een in het beeldvlak vaststaande verdeeling (hulpverdeeling)
met daaronder beweegbaar afleesmerk gebruiken.
Op deze wijze zijn de fijnmeetmicroscopen van de Fennel g c.m.
theodolieten (afb. 3) ingericht, waarover Prof. Dr. Werkmeister
in het Zeitschrift für Instrumentenkunde 51. Blz. 376-378 I931
geschreven heeft.
De wijze van aflezing is daar met een voorbeeld voor sexage-
simale verdeeling duidelijk uiteengezet. Daarom behoeft hier
niet nogmaals hierop te worden ingegaan. Slechts worden hier
de gezichtsvelden van zulke microscopen voor sexagesimale en
centesimale verdeeling in de afb. 4 tot 7 overzichtelijk naast
elkaar voorgesteld.
Hierbij worde er aan herinnerd, dat de kipping van de glas-
plaat, die het beeld der verdeeling een interval verschuift t. o. v.
de vaste afleesstreep, overeenkomt met een verschuiving van
10 intervallen van het bewegende afleesmerk over de hulpver
deeling. Men kan dus tiende gedeelten van de verdeeling direct
aflezen en honderdste nog goed schatten.
Bij theodolieten met een horizontale cirkel van 12 en 13,5 c.m.
middellijn, hebben de microscopen de in den aanvang van dit
opstel beschrevene inrichting met de bewegende hulpverdeeling.
114
Afb. 4.
Verdeeling sexagesimaal in l/6°. Gezichts
veld voor de aflezing en kipping der
glasplaat. Het beweegbare afleesmerk
valt met de nulstreep van de hulpver
deeling samen.
Afb. 5
Verdeeling sexagesimaal in Ye°. Gezichts
veld nadat de afleesstreep met de ver
deelstreep 2 4°-30/ tot dekking is gebracht
door kippen van de glasplaat.
De bewegende merkstreep heeft zich
daarbij vanzelf op 5,8 van de hulpver
deeling gesteld.
Aflezing 240 35,8'.