Eischer revindiceerde deze strook dus en moest dan maar zijn eigendomsrecht erop bewijzen. Nu zegt het Hof: «O. dat eischer zich beroept op de titels, maar dat dit niet baat, nu gedaagde ontkent dat de voorganger van eischer eigenaar van de betwiste strook was en ook de titel van gedaagde kan eischer hier niet baten, omdat, aangenomen al, dat de strook niet valt onder de omschrijving van het perceel van gedaagde, dan hoogstens die strook niet door gedaagde zou zijn gekocht, maar daaruit niet zou volgen, dat die strook nu zou toekomen aan eischer, maar veeleer aan den voorganger van gedaagde, van welke voorstelling eischer dan de onjuistheid maar zou moeten aantoonen (wat hij niet deed). O. dat eischer ook geen bewijs gaf voor verkrijging door ver jaring van de betwiste strook, ja zelfs niet aanbood om dat te bewijzen». De eisch werd dus afgewezen. We komen nu aan het onzen lezers bekende geval in Rotter dam, waarover we in W 11454 het arrest van het Hof te 's-Gravenhage van 9 October 1925 vinden, terwijl de beslissing van den Hoogen Raad van 16 April 1926 te vinden is in W 1x509 en N. J. 1926/657. Daar dit geval in dit Tijdschrift in jaargang 1928 blz. 3, en door C. J. Kluvers in zijn boek over het Kadaster, de hypo thecaire Boekhouding en het Scheepsregister op blz. 49 is be handeld, zullen wij er hier niet verder op ingaan. Alleen betreuren we het dat de Hooge Raad zoo gemakke lijk een beslissing kon geven zonder op de zaak zelve in te gaan. Immers zegt ons hoogste rechtscollege: Het Hof besliste feitelijk, dat alleen gekocht en geleverd was het kadastrale per ceel, en dus behoeft de Raad daaromtrent geen uitspraak meer te doen. Voor het Hof te Arnhem 20 Januari 1926 W 11635 pleitte de Staat der Nederlanden tegen een particulier. Op de betwiste grens stond een hek, volgens den Staat onjuist, volgens den particulier precies goed, omdat nu van zijn perceel de terreinsoppervlakte klopte met de kadastrale grootte. De Staat voerde hiertegenaan, dat noch de titel van den tegenstander, noch het Kadaster ten deze bewijs kunnen leveren. Op grond van getuigenverklaringen werd het hek als de juiste

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 11