I
2
3
4
5
6
7
8
9
10
I
IO2.52
53.69
269.28.76
1.909480
0.885870
0.463932
102.35
18.30
56790.54
99.16
352-°8
31-27
A
56691.38
383-35
P
56688.02
405-77
B
2
29.97
58.03
169.65.07
0.516457
0.458872
0.888502
46.97
13-27
56412.55
33-35
257-74
35-64
A
56445-90
293.38
P
56442.52
315-77
B
In kolom 8 en 9 worden de coördinaten van A, B en P in
gevuld en de verschillen XP XA en YP YA. In kolom 2
zet men de verschillen XB XA en Yp YA. Hier het quotient
van levert tg<f)AB in kolom 3. Terugzoeken in de tafel geeft
(pA b in kolom 2 en daarna vinden we in kolom 3 de waarden
voor sin (pA B en cos cpA B.
Passen we nu de formules (9) en (10) toe dan vinden we
AV a in kolom 5 en PV=p in kolom 6 of 7.
Tenslotte nog de volgende opmerking.
Het spreekt van zelf dat we de formules voor AV en PV ook
als volgt mogen schrijven:
VP (XP - XB) cos BA (YP - Yb) sin BA
BV (XP XB) sin BA (YP YB) cos BA
en deze formules kunnen we eventueel gebruiken als controle
op de berekening van VP en AV.
H. van den Berg.
Thans volgt een nieuwe opgave.
Van een driehoek ABC zijn de drie zijden a, b, en c gemeten_
123
1