te Delft gehouden op de Algemeene Vergadering onzer Ver- eeniging den 7 September 1931- Deze rede is opgenomen in k®t Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, Jaargang 1931 5e Aflevering, waarvan wij U hiernevens twee exemplaren doen toekomen. Prof. Schermerhorn zeide in deze rede o.a. (Zie pag. 163/64): «Nemen wij bijv. de Middelbaar Technische scholen. Zoowel van personen, die bij mij in dienst kwamen, als van de studenten in Delft, die een einddiploma M. T. S. bezaten, heb ik ongeveer de methodiek van het landmeten kunnen leeren, zooals dat daar gedoceerd wordt. En ik moet het helaas betreuren, dat deze jonge menschen, die in de technische wereld het meest practische landmeetkundige werk hebben te doen, in hun werkwijzen een zoo vreemdsoortig beeld vertoonden. Een gelukkige uitzondering maakte een jongeman, die les gehad had aan een school, die zoo klein was, dat een landmeter van het Kadaster daar les kon geven als nevenbetrekking. Jammer genoeg voor het landmeten is die school thans gesloten. Langs dezen weg zou m.i. reeds enorm veel te bereiken zijn». Wij mogen er hier op wijzen, dat bij Kon. Besluit van 11 Juli 1921 St.bl. no. 918 de Landmeter bevoegd is verklaard tot het geven van Lager en Middelbaar Nijverheidsonderwijs in het Landmeten en Waterpassen. De heer Prof. Schermerhorn gaf ons toestemming, U mede te deelen, dat hij gaarne bereid is, Uwe Commissie in dezen van voorlichting te dienen. Vertrouwende, dat Uwe Commissie maatregelen zal willen ontwerpen tot verbetering van het door ons besproken onderwijs, verblijven wij, met de meeste Hoogachting, Het Bestuur voornoemd, (w.g.) H. J. PIETERS, Voorzitter. (w.g.) J. F. Jongedijk, Secretaris. 125

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 125