Iedere gevonden tusschenwaarde wordt dadelijk overal (met
haar teeken erboven) in het formulier ingeschreven.
4. Men bepale cot CP en cot DP steeds in 6 decimalen, wat
in verband met regel 2 practisch is en kieze hoek x dan steeds
tusschen 30g en 170s of tusschen 230s en 370®
Deze regel behoeft eenige toelichting. De invloed van de af-
rondingsfouten van cot CP en cot DP op de nauwkeurigheid
van Xp vindt men, door differentieering der formule van Xp naar
cot CP en cot DP.
Men heeft:
Xc Xp) A cot CP (XD - XP) A cot DP
A Xp
cot CP cot DP
Nu is in deze vergelijking:
a. de som van de volstrekte waarden der termen van den
noemer niet kleiner dan 2;
b. de volstrekte waarde der afrondingsfouten A cot CP en
A cot DP niet grooter dan 0.0000005;
c. de som van de volstrekte waarden der coördinaatverschillen
Xc Xp) en (Xd Xp) niet grooter dan de afstand CD,
omdat de som der loodrechte projecties van de 2 rechthoeks
zijden van een rechthoekigen driehoek op een willekeurige lijn
niet grooter is dan de schuine zijde van den driehoek.
Uit a, b en c volgt, voor wat betreft de volstrekte waarde
der leden:
CD X 0.0000005
A -Ap
Als middellijn van den omgeschreven cirkel op CA als koorde
en met x (of 400® x) als omtrekshoek is:
CD CA
sin x
Neemt men als maximumwaarde der fout AXp: 0.01 en als
maximumafstand CA bij kadastrale hoekmetingen: 20000.00,
dan is:
20000.00 X 0.0000005
2 sin x (noemer positief)
dus: sin x 0.5 en sin x 0.5
waaruit als grenzen voor x volgen ongeveer 30® en 170s en
230s en 3708.
133
2
0.01