Tevens behelst deze Missive eene bepaling die voorziet in den
overgangstoestand waarin wij thans verkeeren.
Bepaald wordt n.l. dat het Arbeidsovereenkomstenbesluit van
toepassing zal zijn:
ie op hen met wie een nieuw arbeidscontract werd gesloten
omdat het oude expireerde.
2e op allen wier oude arbeidscontract nog niet eindigde en die
niet eene verklaring aflegden dat zij naleving wenschten van
hun oude contract.
Zonder dat het nieuwe contract gesloten i'z wordt voor hen
dus toch het oude krachteloos en het nieuwe van waarde. (Op
hun loon vindt dus de inhoudiug plaats bedoeld in art. 14 en
zij hebben recht op verlof volgens art. 21 e. v.)
Laten wij thans nagaan wat de inhoud der arbeidsovereenkomst
is, wat zij later zal beteekenen voor de rechten en verplichtingen
van die groote middengroep, de contractarbeiders, vroeger uit
makende de groepen II, III en IV (ten deele), en wat zij mo
menteel dus ook beteekent voor de arbeiders op wie het Arbeids
overeenkomstenbesluit van toepassing is, hoewel met hen nog
geen nieuw contract gesloten werd.
Voorop zij gesteld dat de Algemeene Maatregel, het Arbeids
overeenkomstenbesluit, toepassing eischt van de daarin in Hoofd
stuk III gestelde regelen en dat van die regels alleen kan afge
weken worden in bepaalde gevallen.
Deze uitzonderingsgevallen zijn vermeld in artikel 4 en 5.
Alleen artikel 5 kan van belang zijn voor het Kadaster.
Volgens dit artikel is het mogelijk dat bij of krachtens een
Wet alle bepalingen van het geheele Hoofdstuk III terzijde
worden gesteld en vervangen zyn of worden door een afzonderlijke
regeling.
Zoodanige wettelijke regeling is ons niet bekend en naar wij
meenen ook wel niet te verwachten.
Echter is het volgens lid 2 van artikel 5 ook mogelijk dat
alle bepalingen van Hoofdstuk III of sommige daarvan geen
toepassing vinden tengevolge van een Algemeene Maatregel van
Bestuur of een uit kracht daarvan gegeven voorschrift.
In één opzicht is dit 2e lid ruimer dan het ie lid.
Het ie lid handelt alleen over wijziging van het geheele
Hoofdstuk.
139