145
Dat de gevolgen van deze onmogelijkheid ongewenscht kunnen
zijn mogen blijken uit het volgende.
Een arbeidscontractant van groep III werd ziek toen de land
meter bij zijn jaarlijksche rondreis diens dorp bezocht.
Nu verrichtte hij gewoonlijk ongeveer 20 dagen arbeid per
jaar en verdiende daarmede ongeveer/So.
Hij kon thans aanspraak maken niet op een uitkeering ge
durende b.v. 20 dagen maar op een van ongeveer f 260.
Door artikel 32 is het mogelijk in de toekomst dergelijke ge
volgen te voorkomen.
Bij het buitengewoon verlof missen wij een dergelijke bepaling.
Zeer bezwaarlijk schijnt ons dat bij dit laatste niet en is ons
ook tot nu toe niet ter oore gekomen dat daarbij moeilijkheden
in de praktijk zijn gebleken.
Wij zijn ons wel bewust dat het nieuwe Arbeidsovereenkomsten-
besluit nog aanleiding kan geven tot meerdere beschouwingen
dan* het bovenstaande en dat wij wellicht belangrijke dingen
onbesproken lieten die onze aandacht ontsnapten.
Waar echter de zeker te verwachten aanvullende voorschriften
nog niet verschenen zijn, meenden wij goed te doen althans onze
inzichten te publiceeren, opdat zij een spiegel of leiddraad mogen
zijn voor hen die arbeiders op wie het Arbeidersovereenkomsten-
besluit reeds van toepassing is, in hun dienst hebben.
B.