158
landmeter van het kadaster te Amsterdam, benoemd als lector
aan den Landmeterscursus te Wageningen. Doordat de heer
Mr. A. v. d. Deure werd gekozen tot lid van Ged. Staten van
Gelderland, kwam ook het tweede lectoraat te Wageningen vacant.
Inzijn plaats werd benoemd de heer C. J. Kluvers, landmeter
van het kadaster te Groningen. Het Bestuur heeft de Vereeniging
vertegenwoordigd bij de inaugureele rede's der beide nieuwbe
noemde lectoren.
De proef met een nieuwe organisatie van den technischen dienst
van het Kadaster in het Zuiden des lands werd in het afgeloopen
jaar voortgezet onder levendige belangstelling onzer vereeniging.
Op de Algemeene vergadering te Rotterdam in Sept. 1931 werd
deze organisatie uitvoerig besproken, doch er werd geen conclusie
genomen. De vergadering besloot nl. op voorstel van den heer
De Korver, de beslissing uit te stellen tot het volgend jaar.
Door het Bestuur werd hierop ten Departemente nogmaals aan
gedrongen op het nemen van een proef met de voorstellen onzer
Vereeniging en op het toekennen van grootere verantwoordelijk
heid aan de toegevoegde landmeters jbij de proef-hoofden van
dienst, met schrapping van de preventieve naziening der meting
stukken. Korten tijd daarna moest het Bestuur evenwel op ver
zoek van 23 leden een Referendum uitschrijven over het ver-
gaderingsbesluit en het resultaat hiervan was, dat het voorstel-
De Korver thans werd verworpen (Zie Tijdschschrift 1931,
6e Afl.) Het Bestuur heeft daarop bij een tweede referendum
de meening der leden gevraagd over het Instituut-Hoofden van
dienst, zooals dit thans aan het kantoor Maastricht in toepassing
wordt gebracht. Nadat de leden in de gelegenheid waren gesteld,
hierover beschouwingen te houden (Zie Tijdschrift 1932, ie Afl.,
sprak de vereeniging zich bij deze tweede stemming met zeer
groote meerderheid uit tegen het «Systeem-Maastricht». Het
Bestuur heeft in het Tijdschrift 1932, 2e Afl. uiteengezet, welke
conclusies naar onze meening uit deze uitspraak moeten worden
getrokken.
De tweede proefneming bij ons dienstvak, die eveneens onze
groote belangstelling had. de proef te Amsterdam met het op
leiden van teekenaars voor veldwerkzaamheden, werd beëindigd
met het indienen van een rapport door de beide landmeters,
belast met deze opleiding. Het Bestuur verzocht d.d. 14 Maart