Op dezelfde wijze vindt men, uitgaande van B:
XP (XB - Yb tg BP) YP tgBP (2)
Uit deze twee vergelijkingen met twee onbekenden vindt men
nu XP en YP geheel automatisch als volgt:
In de voor het doel bij uitstek geschikte Marchant rekenmachine
stelt men in het resultaatwerk (de slede) in den x-coördinaat van
het punt A met zijn teeken (bij een negatieve x komt dus in
de slede te staan de complementaire waarde van x). Indien men
de waarde van tg AP en tg BP in 6 decimalen opzoekt, plaatse
men de komma in het resultaatwerk tusschen het 9de en iode cijfer,
om na de bewerking geen afrondingsfout in de waarde der
centimeters te krijgen.
Vervolgens draait men (komma tusschen 3de en 4de cijfer) met
alle pennen van het instelwerk op nul in het controlevenster de
waarde van den Y-coördinaat van punt A, weer met zijn teeken,
terwijl tenslotte in het instelwerk wordt gezet de waarde van
tangens AP (komma tusschen 6de en 7de cijfer) en het handletje
-[-of wordt gesteld op het teeken van den tangens.
Op overeenkomstige wijze worden op een tweede rekenmachine
de waarden XB, YB en tg BP ingesteld.
Met den slinger draait men nu zóó, dat de waarde Ya resp.
Yb in het omdraaiingstelwerk nul wordt. Bij een positieve waarde
van YA en een positieve tg AP draait men dus negatief, bij een
positieve YA en een negatieve tg AP, positief. De waarde XA
in het resultaatwerk wordt dus verminderd met YA tg AP, zoo
dat als resultaat van de eerste bewerking de waarde van het
tusschen haakjes geplaatste gedeelte uit de vergelijkingen (1) en
(2) in het resultaatwerk verschijnt.
We houden dan over de vergelijkingen:
XP SA -|- YP tg AP en
Xp SB -f- Y p tg BP.
De waarde SA moet dus vermeerderd worden met een onbe
kend aantal malen tg AP (tg AP staat nog in de pennen inge
steld) om tot de waarde XP te komen, terwijl dezelfde XP ge
vonden wordt als resultaat van de vermeerdering van SB met
een evengroot aantal malen tg BP. We pogen dus nu op beide
machines een evengroot aantal slagen te maken (welke in het
omdraaiingstelwerk worden geregistreerd), zóódanig, dat we
I 6 2