i63 tevens in beide resultaatwerken hetzelfde getal krijgen te staan. Deze waarden is dan de XP met zijn teeken, terwijl de YP met zijn teeken staat in het controlevenster. We hebben hier dus een volkomen automatische oplossing van de voorwaartsche snijding, die het voordeel heeft dat vergissingen zijn uitgesloten indien men zich er voor de bewerking van ver gewist heeft, dat de juiste waarden in de machine zijn ingesteld. De bewerking geschiedt natuurlijk het gemakkelijkst door 2 personen. Het probeeren om in beide resultaatwerken en con trole vensters dezelfde getallen te krijgen, is een handigheid, die men in de praktijk gauw beet heeft. De methode werkt ver bazend vlug en geeft tevens minder schrijfwerk. Bij de achter- waartsche snijding wordt de bewerking, na de bepaling van het hulppunt van Collins nog eens herhaald voor die van het eigen lijke punt. Worden de voorloopige coördinaten berekend door voorwaartsche snijding uit 2 punten, vanwaar de gemeten azimuths naar het te bepalen punt bijv. in form. 3 reeds gegeven zijn, dan behoeft men in het geheel niets op te schrijven, omdat uit het form. 3 de betreffende tangenten kunnen worden opgezocht en meteen ingesteld in de machine. De geheele bewerking loopt dan in enkele minuten af. De door den Heer Ragut bedoelde oplossing van het ge noemde mathematisch probleem komt dus daar op neer, dat op de eerste machine wordt ingesteld XA, YA en tg AB en op de tweede XP, YP en Automatisch volgen dan de coör- tg AB. s dinaten van het voetpunt van den loodlijn uit P op AB neer gelaten. Uit coördinaten vindt men vervolgens de afstanden van dit punt tot A en P. Amsterdam, Juli 1932. N. D. Haasbroek. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 163