Heer Van Riessen mede de leiding en uitvoering van dit om
vangrijke werk opgedragen. Ook aan deze opdracht heeft hij
zijn volle werkkracht en ambitie gegeven, maar nog voordat de
resultaten voor een gedeelte konden worden ingeleverd, werd
hij 1 Januari 1924 benoemd tot Ingenieur-Verificateur van het
Kadaster te Utrecht. Later, in 1931 werden zijn verdiensten
voor het Kadaster en de Ruilverkaveling opnieuw door de
Regeering erkend door zijn benoeming tot Officier in de Orde
van Oranje-Nassau.
Als Landmeter van het Kadaster heeft Van Riessen nog als
lid deel uitgemaakt van de Commissie, belast met het afnemen
van het examen voor Landmeter van het Kadaster en van de
Commissie tot aanwijzing van Candidaat-Landmeters.
Alles wat met het Kadaster in verband stond had zijn volle
belangstelling. Als ijverig lid van de Vereeniging voor Kadaster
en Landmeetkunde was hij een trouw bezoeker van de algemeene
vergaderingen en wist door zijn duidelijken betoogtrant en vurig
temperament dikwijls leidenden invloed uit te oefenen op den
gang der werkzaamheden. Van 1910 tot 1913 was hij lid van
het Bestuur van deze Vereeniging.
Toen de ruilverkavelingsideeën meer en meer ingang begonnen
te vinden, vonden zij in Van Riessen een warm aanhanger en
propagandist. Als Landmeter van het Kadaster te Arnhem heeft
hij daar mede den stoot gegeven tot het oprichten van de onder-
afdeeling «Arnhem en Omstreken» van de hoofdafdeeling «Ruil
verkaveling» der Nederlandsche Heidemaatschappij en werd hij
later ook gekozen in het Bestuur van die hoofdafdeeling.
Door bestudeering van de verschillende wetten en voorschriften,
op dit gebied reeds in Duitschland uitgevaardigd, wist hij zich
in dit onderwerp in te werken, en het was dan ook een gelukkige
keuze toen hij bij Koninklijk Besluit van 26 November 1924 n°. 27
werd benoemd als lid in de Centrale Commissie, bedoeld in art. 13
der Ruilverkavelingswet. In deze Centrale Commissie wist hij
zich spoedig de plaats te veroveren, waarop hij krachtens zijn
kennis en aanleg recht had. De laatste jaren van zijn leven heeft
hij in hoofdzaak gegeven aan de Ruilverkaveling. Hij is de
man, die er steeds met kracht voor geijverd heeft, dat de Land
meter van het Kadaster de ziel moet zijn bij de technische uit
voering van de Ruilverkaveling.
170