p Eén groote teleurstelling is den Heer Van Riessen niet ge spaard gebleven. Hij was een der groote ijveraars en propagan disten voor de Wet op de Grensregeling. Men denke slechts aan zijn werken in Dieren en Apeldoorn en aan zijn rede, uit gesproken op de algemeene vergadering van de Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde, gehouden te Arnhem den gden September 1918. Hij heeft de verheffing tot wet van het ontwerp van wet op de Grensregeling niet mogen beleven, zelfs niet de hoop mogen koesteren op een spoedige behandeling daarvan in de Staten-Generaal. Nu deze krachtige persoonlijkheid voorgoed is heengegaan, zullen wij zijn nagedachtenis in erkentelijke herinnering bewaren. L. Bakker. Het Kadaster en de Rechtspraak. De regeling van ons burgerlijk procesrecht brengt mede een groote mate van lijdelijkheid van den rechter. «Hij moet een beslissing geven over het geschil zooals partijen het hem voor dragen-» schreven wij op blz. 15 van jaargang 1932 van dit Tijdschrift. Opnieuw werden we hieraan herinnerd toen men ons kort geleden als getuige dagvaardde in een bouwquestie, waarbij volgens de grensuitzetting de fundeering van een muur, op 2,5 m diepte onder eischers grond, 8 cm over de grens bleek te zijn gemetseld. Om andere redenen was tijdens den bouw een burenruzie ont staan en eischer wilde, wat het ook kosten mocht, zijn «Recht» hebben. Tijdens de enquête vroeg de Rechter-Commissaris of het zeker was, dat de uitgezette grens de juiste was en of er geen vergissing kon zijn begaan door ons, gezien het geringe verschil van 8 cm dat we geconstateerd hadden. Onmiddellijk merkte de advocaat van eischer op, dat over de ligging van de grens op het terrein, zooals de Landmeter had aangegeven geen geschil bestond; tusschen partijen stond vast, dat in casu de aangewezen lyn de eigendomsgrens was, hetgeen de advocaat van gedaagde desgevraagd bevestigde. 171

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 171