i78
Bovendien wordt een halfjarige cursus voor kadastrale aange
legenheden gevolgd, die gegeven wordt door drie Inspecteurs
van het Kadaster en waarbij behandeld worden: de overschrijvings
ordonnantie, de verpondingsordonnantie, geschiedenis en inrichting
van het Kadaster (en de bijhouding), benevens diverse bepalingen
van het agrarisch recht.
De meeningen omtrent de vraag of deze naopleiding bij ver
lenging van de studie geheel of gedeeltelijk in Wageningen zou
kunnen geschieden, zijn verdeeld. Mijns inziens zouden misschien
de overschrijvings- en verpondingsordonnantie aan de Landbouw-
hoogeschool gedoceerd kunnen worden, evenals andere onder
werpen betreffende het Indische Kadaster, maar dan alleen door
een oud-landmeter van het Indische Kadaster, omdat deze het
beste kan beoordeelen, welke bepalingen uit bovengenoemde
ordonnanties voor den a.s. landmeter van belang zijn. Ook zou,
wanneer in Wageningen een praktijktijd van i jaar zou worden
ingesteld, de detailmeting hier kunnen vervallen. De eigenlijke
vakopleiding, dus het inwerken in de kadastrale boekhouding en
werkwijzen, vioct m.i. in Indië blijven en kern niet elders ge
schieden.
De drie bovengenoemde inzenders kwamen eenstemmig tot de
conclusie, dat de thans gegeven stof voldoende is, ook voor een
5-jarige studie, maar dat momenteel door den korten duur het
programma overladen is, wat intensieve studie belemmert. Het
trainen voor een examen, waarop de heer S. in zijn artikel wijst,
moet m.i. ook voor een deel geweten worden aan het overladen
programma. Voor de vakken Differentiaal- en Integraalrekening,
welke geëxamineerd worden met dezelfde eischen voor alle studie
richtingen aan de Landbouwhoogeschool, zou een verzwaring van
de eischen voor den a.s. landmeter misschien overweging ver
dienen, zoodat het «trainen» zooals thans geschiedt, tot het ver
leden gaat behooren, zeer ten voordeele voor den examinandus
met het oog op de verdere studie. Voor de vakken Waarschijn
lijkheidsrekening en Foutenvereffening werden de eischen al
eenige jaren geleden verzwaard, in dien zin, dat thans ook of
uitsluitend theorie wordt gevraagd.
Op het hiaat, dat de heer S. constateert tusschen theorie en
praktijk bij de methode der kleinste vierkanten, heb ik in mijn
artikel in ons H. O. ook gewezen. Overigens kan ik met de