De conclusie van den Heer S., dat deze afdeeling voor de alge- meene landmeetkundige vorming van groot belang is, onderschrijf ik echter volkomen. Een verplaatsing van de opleiding naar Delft zou voor de Indische richting wel bezwaren opleveren. De vakken: koloniaal agrarisch recht, staatsrecht, landhuishoudkunde, land- en volken kunde, Maleische taal zouden naar mijn meening in Delft in het gedrang komen, tenzij door benoeming van buitengewone hoog leeraren uit Leiden daarin werd voorzien, wat uit een oogpunt van bezuiniging misschien niet gewenscht is. Ook geloof ik, dat de bezuiniging, verkregen door vermijding van dubbel per soneel, niet groot zal zijn, want de docenten, die nu speciaal en alleen aan den Landmeterscursus college geven, zullen ook in Delft noodig zijn. Een besparing zou inderdaad zijnhet geodesie- gebouw, dat in Wageningen nog moet verschijnen en bij ver plaatsing niet meer urgent zou zijn, hoewel met het oog op de andere studierichtingen (landbouw en boschbouw) toch een nieuw gebouw voor geodesie moet verschijnen, zij het dan iets kleiner misschien. Of bij plaatsing van 60 geodetische studenten uit Wageningen het Geodesiegebouw in Delft nog zoo ruim zou zijn, durf ik niet beoordeelen. Mijn groote bezwaar blijft de voorziening in het juridisch onderwijs (ruim genomen) voor de koloniale studierichtng. De opleiding in Wageningen bestaat thans al meer dan iojaar en verdient m. i. ruimschoots het praedicaat: goed. Zooals de heer S. al opmerkte, is het buiten kijf, dat de voor uitgang, in vergelijking met de vroegere opleiding, aanzienlijk is. Natuurlijk kleven er nog feilen aan (welke menschelijke instelling is volmaakt?) doch deze zijn in de toekomst zooveel mogelijk weg te nemen. De eerste abituriënten van den Land meterscursus zijn thans ongeveer 10 jaar in de praktijk en ik meen, dat dit voldoende is, om te kunnen beoordeelen, in hoe verre de opleiding heeft voldaan en eventueel verbeterd zou kunnen worden. Ik geloof, dat het zaak zou zijn, dat het voorbeeld van den heer S. ruime navolging zou vinden en dat velen hun opinie omtrent onze opleiding, die ons allen na aan het hart ligt, in dit Tijdschrift publiceerden, zoodat uit deze artikelenreeks een extract kan worden gedestilleerd, aan de hand waarvan t. z. t. i8o

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 180