i82 Toch wil ik beginnen met iets over het werk zelf te zeggen: U moet U dan voorstellen dat Venezuela geen kadaster kent niet alleen, maar dat er van de meeste deelen van het land zelfs geen eenigszins betrouwbare topografische kaart bestaat. Van den staat Zulia, dat is het Meer van Maracaibo met zijn om geving, was een kaart in den handel, waarop de loop der rivieren en de ligging van steden en dorpen zóó schetsmatig was aan gegeven, dat de afstand tusschen twee steden die op de kaart 40 km bedroeg, bij latere opmeting bijna 80 km bleek te zijn. Reeds vóór 1920 heeft de Caribbean Petr. Cy, de dochtermaat schappij van de Bataafsche, die in Venezuela opereert, van lucht fotografie gebruik gemaakt om een kaart te laten maken van den loop van een rivier, waaraan éen van haar exploratiekampen dicht bij de grens van Columbia gelegen was. U ziet daaruit, dat deze maatschappij wel van de modernste hulpmiddelen ge bruik maakte om in haar behoefte aan kaartenmateriaal te voor zien. Deze kaart bestond uit een serie luchtfoto's met eenige overlapping zoo goed mogelijk aan elkaar gepast en gaf een voldoend nauwkeurige voorstelling van den loop der rivier met haar vele bochten, eilandjes en zandbanken en van de soort van vegetatie langs haar oevers. Tevens ontdekte men bij deze op name een Indianenkamp, zoogenaamde Motilones, welke in sommige streken op de grens van Venezuela en Columbia voor komen. Deze Indianen hebben geen aanraking met blanken en hebben de petroleum maatschappijen, die in deze streek explo reerden, veel last bezorgd en ook een van mijn collega's is nog als slachtoffer van hun pijlen gevallen. Het werk van ons, landmeters, liet zich in een viertal groepen indeelen: i°. assistentie van geologen; 2°. voorbereiding vóór- en het uitzetten van claims; 3°. het uitzetten van de plaats van toekomstige boorputten met aanleg en bijhouding van topografische kaarten der boor- terreinen en 4°. het uitzetten van gebouwen, wegen en pijpleidingen met daarvoor noodige waterpassingen, in het algemeen voorbe reiding der werken, noodig voor uitbteiding van de boor- terreinen. Beide eerste groepen betreffen het boschwerk, waarbij men

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 182