i83 meestal moest leven in een verplaatsbaar tentenkamp, soms dag reizen van een door stadje of boorterrein gevormde basis. Met werkzaamheden der beide laatste groepen belast, leefde men in de meer of minder beschaafde omgeving van een olieveld. Om deze omgeving te schilderen diene het volgende: Toen ik ruim acht jaar geleden in Maracaibo aankwam, werd ik na eenige dagen gezonden naar het toen nog kleine kamp La Rosa. De reis van Maracaibo daarheen, duurde met een kleine open motorboot bijna vijf uur waarbij een flinke regenbui zorgde voor een nat pak. Een aanlegsteiger was er nog niet, zoodat we in een roeibootje moesten overstappen om aan den wal te kunnen komen. Na eenig zoeken vond ik het hotel van de maatschappij, een houten gebouwtje met een zestal slaapkamers en een eetzaaltje waar een dertigtal employees hun maaltijden nuttigden en, voor zoover zij niet naar het dorp gingen om groote hoeveelheden bier te drinken of aan de roulette hun geld te verspelen, hun vrije uren doorbrachten. Ik vond er dan ook een twaalftal in hun werkkleeren, met olieschoenen óp in plaats van ónder de ronde tafel en elkaar vertellend van the holes they had drilled in old California. Het La Rosa-veld had toen een tiental produ- ceerende putten met een dagelijksche productie tusschen drie- en zeshonderd ton, en een drietal putten in aanleg. Moest een nieuwe put worden ingebracht, dan was dit een gebeurtenis, waarvoor de administrateur en de chef van de technische afdeeling, als «old man de Vries» bij alle boormeesters bekend, van Mara caibo overkwamen. Vier jaar later had ditzelfde La Rosa-veld zich ontwikkeld tot een terrein met meer dan tweehonderd produceerende bronnen, een dagelijksche productie van 5 a 6000 ton, een twintigtal putten in aanleg, bijna 100 km aangelegde wegen, was er in Cabimas een nieuw kamp gebouwd met woningen voor ruim 200 gehuwde en ongehuwde employees, eigen electrische centrale, ijsfabriek en waterleiding, ruim en zindelijk restaurant, sociëteitsgebouw, waarin een houten dansvloer, die meer dan 10.000 dollar had gekost, betonnen zwembassin, tennisbanen, voetbalveld en golfbaan, een aanlegsteiger 800 m in het Meer gebouwd, waar vier tankschepen tegelijk konden laden en de stoomschepen hun lading direct van New-York en Amsterdam konden aanvoeren en op de plaats van bestemming lossen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 183