Een eenvoudige, billijke regeling, die alle moeilijkheden oplost, zoum.i. de volgende zijn: ie. schriftelijk contract met degenen, die in het afgeloopen jaar f 400. of meer verdiend hebben; mondeling contract met de overigen; 2e. recht op verlof volgens art. 21 e.v. en recht op de voorziening van artt. 14 lid 25 en 63 alleen voor de schriftelijke contractanten; 3e. plicht tot het dragen van een dienstpet voor de vaste arbeiders en de schriftelijke contractanten; 4e. recht op rijwielhuur voor alle arbeiders. Rotterdam, 28 September 1932. Harkink. Mathematische Problemen. Van Probleem n«. 8 (in afl. 3 van dezen jaargang) ontvingen wij oplossingen van de Heeren: S. de Grebber, A. A. Alferink, J. C. Bloos en D. J. Luiten. Wij laten hier volgen de oplossing van A. A. Alferink. Zij O het oppervlak van A ABC, O f (abc) Mo2 (P~ maY (Pr mbV mc \S a 7 1 \5b 7 1 \5c We moeten bewijzen dat: M02 R2 (cos2 A ma2 cos2 B mb2 cos2 C mc2) Aangetoond zal dus moeten worden: R cos A R cos B R cos C Ja 5b 3c b2 4- c2 a2 5 cos A a O V2 b c sin A cos A -rzh7 5 f 50 5 sin A u A 5 cos A 1/2 b c 1 2 b c cot A 5a 5a 5a 3a cot A r cos A R cos A- 2 2 sin A 5 f 5 f Evenzoo bewijst men R cos B, R cos C waarmede het eerste gedeelte van het vraagstuk bewezen is. Thans moet onderzocht worden, wanneer F(AB) cos2A cos2B cos2C minimum C 18o° A B. 188 2 b C da DC 0 b O c

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 188