192 Verkozen was derhalve de heer Glerum, die de benoeming aanvaardde. e. Redactie van het Tijdschrift. De heer Harkink stelt de vraag, of het Tijdschrift in den tegenwoor- digen vorm moet blijven bestaan en zegt, dat hierop het antwoord z.i- moet luiden: neen. Spr. kan er zich heel goed mede vereenigen, dat wij als redacteur een vooraanstaanden landmeetkundige hebben. Maar deze kan niet overal alleen voor zorgen, vandaar dat ons Tijdschrift eenige gebreken vertoont, welke Spr. opnoemt. Ons Tijdschrift is het eenige in de Nederlandsche taal op landmeetkundig gebied. Het wordt bijna uit sluitend door Kadastermenschen gelezen. Toch zijn er velen buiten ons dienstvak, die de geodesie beoefenen. In die kringen is den laatsten tijd een grootere belangstelling voor de landmeetkunde merkbaar, doch de meesten van hen zijn volslagen onbekend met het bestaan van ons Tijd schrift. Dit is echter voor hen ook te eenzijdig, het is geheel gekoppeld aan het Kadaster, zooals reeds blijkt uit den naam. Spr. vraagt zich af, of het niet mogelijk zou zijn, dat onze Vereeniging in samenwerking met de Vereeniging voor Photogrammetrie een Tijdschrift uitsluitend voor Landmeetkunde uitgeeft, een voorname wetenschappelijke periodiek, van belang voor allen die de landmeetkunde beoefenen in ons land, Vlaan deren, enz. Spr. wenscht de redactie te doen bestaan uit een hoofdredacteur en 1 of 2 redacteuren, bijgestaan door een secretaris, die de eigenlijke verzorging tot taak heeft en daarvoor de vergoeding geniet, die tot nu toe den redacteur ten deel valt. Spr. betoogt, dat we ons te veel in ons eigen heilige huisje hebben opgesloten. Niet ten onrechte heeft men ons monopolisme verweten. Laat daarom onze Vereeniging een anderen koers inslaan door een dergelijk algemeen Landmeetkundig Tijdschrift op te richten. Naast dit Tijdschrift denkt Spr. zich een apart Tijdschrift voor Hypo theken en Kadaster, bestemd voor alle ambtenaren van dat dienstvak. In dat Tijdschrift zouden de artikelen op administratief en juridisch gebied een plaats kunnen vinden. Het vereenigingsnieuws kan bij wijze van rondschrijven aan de leden bekend gemaakt worden. Spr. stelt voor, het Bestuur uit te noodigen, in samenwerking met de Redactie, de mogelijkheid van de uitgave van die twee Tijdschriften te onderzoeken en op de volgende Algemeene Vergadering met nader uit gewerkte voorstellen te komen. Spr. denkt, dat de heer Tienstra wel be reid zal zijn, dat ééne jaar nog de redactie waar te nemen. De heer Tienstra wil gaarne antwoorden op de welwillende kritiek van den heer Harkink. Het Tijdschrift verschijnt inderdaad wel eens te laat, doch daarvoor zijn dan gegronde redenen. Spr. betoogt de wensche-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 192