197
De heer Staal licht het voorstel-Breda toe en verheugt zich over den
uitslag van het Referendum, waarbij bijna volledige eenstemmigheid werd
bereikt over een belangrijk gebeuren in onze kadastrale wereld. Spr. twijfelt
er niet aan, of het Departement zal rekening houden met een dusdanige
uitspraak. Het Bestuur heeft du in ons Tijdschrift van April jl. zijn con-
clusiën uit deze stemming getrokken en Spr. meent, dat de door het Be
stuur ontworpen organisatie tot op de voorlaatste alinea van het bedoelde
artikel volkomen past in de organisatie van de D.B. De afd. Breda kan
zich tot aan die bewuste alinea geheel met het Bestuursvoorstel vereenigen.
Maar de afdeeling is tegen het invoeren van „kantoorchefs". Voor een
groot aantal leden is het motief om tegen het systeem-Maastricht te
stemmen geweest: het feit, dat de toegevoegde landmeters een trapje
omlaag geduwd werden en dat er verhoudingen werden geschapen, die
zeer zeker niet in het belang van den dienst zijn en die het prestige en
de werklust van de landmeters niet ten goede komen. Spr. vindt het in
consequent, nu in een anderen vorm weer zoo'n chefschap voor te stellen.
Het doel van de bestuursvoorstellen is toch: den landmeter-districtshoofd
verantwoordelijk te stellen voor den goeden gang van zaken in zijn district.
Het aan hem toegevoegde personeel moet in het belang van den dienst
rechtstreeks onder hem worden geplaatst. De afd. Breda wenscht daarom
de laatste zin van de voorlaatste alinea uit de bestuursvoorstellen te
schrappen.
De heer de Korver zegt, tot nog toe in de vereeniging geen woord
over de kwestie-hoofden van dienst te hebben gesproken. Wel heeft hij
op de vorige vergadering, na de uitvoerige discussies, het voorstel gedaan,
de beslissing uit te stellen. Dit voorstel werd toen aangenomen, doch
later bij referendum verworpen. We zijn thans echter opnieuw in de ge
legenheid, over de hoofden van dienst te spreken.
Spr. acht de wijze, waarop deze zaak behandeld is, niet juist. Dit is
gedeeltelijk de schuld van het Bestuur door de redactie van het agenda
punt van verleden jaar. Sprekers voorstel van het vorig jaar was, gelegen
heid te verkrijgen voor bezinning ten aanzien van deze brandende kwestie.
Naar zijn meening is dit jaar niet goed besteed door het Bestuur. Dit
heeft nu de „kantoorchefs" in het debat gebracht, niemand weet, wat we
daaraan hebben.
Spr. zet uiteen, dat er niet zoo heel veel verschil van meening is,
wanneer we den titel „hoofd van dienst" vermijden. We moeten de vol
gende twee vragen beantwoorden: Hoeveel districten moeten er komen?
en: Welke bevoegdheden krijgen de districts-hoofden? De Commissie-
Jansma kwam in haar rapport, na uitschakeling van het buitengewone
werk tot 120 districten. Het Bestuur wenscht enkelvoudige districten, ver
moedelijk ongeveer 100. De afdeeling-Arnhem wil dubbele districten, dus