198 omstreeks 50. En naar Sprekers meening wenscht het Departement ook ongeveer 50 bureaux. Hierover is z.i. wel overeenstemming te bereiken tusschen het Departement en de vereeniging. Ten aanzien van de vraag, welke bevoegdheden het districtshoofd moet hebben, zijn een aantal stellingen te poneeren, die ongetwijfeld de alge- heele instemming van deze vergadering zouden verkrijgen. Spr. denkt aan de zelfstandigheid van den landmeter. Het werk van den landmeter is, naar zijn aard, zelfstandig werk. Iedere beperking der zelfstandigheid van den landmeter moet noodzakelijk schade aan den dienst berokkenen. Zoo zijn er meer punten te noemen, waarover we het wel allen eens zijn. Er zijn ook teerdere kwesties: bv. de naziening der metingstukken. Spr. wenscht voorop te stellen, dat de naziener niet in rang boven den op maker der stukken behoeft te staan. De naziening behoeft heelemaal geen probleem te zijn, wanneer het maar goed gebeurt. Niemand kan bezwaar hebben tegen het opsporen van materieele fouten. Spr. betoogt verder, dat chef-zijn niet beteekent: zijn ondergeschikten plagen, maar wel: hen leiden en helpen. Ook ten aanzien van de bevoegdheden der districts hoofden is wel overeenstemming te bereiken. De vereeniging had echter voor dit onderwerp niet de negatieve, maar de positieve strijdwijze moeten kiezen. Spr. adviseert, thans niet in overijlde stemming te handelen. De zaak moet op korten termijn nog eens rustig overwogen worden, bv. in een bijeen te roepen vereenigingsraad. Het Bestuur kan dan tevoren stellingen ontwerpen. De vereeniging kan haar prestige vergrooten, maar dan moet deze zaak op een andere wijze aangepakt worden. De Heer Pieters (Arnhem) zegt, dat de afd. Arnhem niet 50 districten wenscht, maar het soepele district voorstaat, conform het voorstel van het Bestuur. Er is in deze kwestie in de vereeniging groote eensgezindheid, hetgeen het referendum reeds heeft bewezen. Het Bestuur heeft uitstekend werk gedaan, door zijn conclusies scherp te formuleeren. Spr. wenscht de bevoegdheden der eventueel in te voeren „kantoorchefs" nader te zien geformuleerd. De afd. Arnhem is er wel voor, aan die kantoren, waar geen I. V. is, een der oudste districtslandmeters verantwoordelijkheid te geven voor de werkuren van het personeel van den technischen dienst. De afd. Arnhem staat dus achter het Bestuur. De heer Greve deelt mee, dat de afd. Zutphen het ook met het Be stuur eens is. Alleen de „kantoorchef" heeft niet veel sympathie gevonden. Indien het Departement echter toezicht per kantoor noodzakelijk acht, zou de afd. Zutphen dit willen opdragen aan den oudsten aanwezigen ambtenaar in den hoogsten rang bij den technischen dienst. De heer Rietsema herinnert aan zijn artikeltje in het Tijdschrift, dat ongeveer hetzelfde beoogde als de heer De Korver wil. Spr. ondersteunt daarom diens betoog.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 198