209 reeds te veel eer wordt bewezen en het gevoegelijk wat minder kan „Evenmin kan men het een regeering euvel duiden, dat zij bij haar drang naar bezuiniging in het vaarwater komt van degenen, die luide verkondigen, dat voor werk van dergelijk gehalte toch niet zoo'n veelzijdige kennis noodig is." Maar verder zegt de heer Theil: „De sterk uiteenloopende, vaak minieme waarde der kadastrale gegevens, de grove verschillen tusschen kaart en terrein, de achter lijke opvattingen van het publiek, de gebreken van de overdracht, de eindelooze kwesties, maken het voor een volledig bevoegde maar al te dikwijls bezwaarlijk om tot een redelijke oplossing te komen. „Om deze taak naar behooren te kunnen vervullen is niet slechts noodig de man met volledige theoretische vakopleiding, breed kadastraal inzicht en rijpe practische ervaring, maar tegelijk van zoodanige maatschappelijke positie en algemeene ontwikkeling, dat hij niet alleen tegenover het eenvoudige boertje, doch ook tegenover den grootgrondbezitter, den notaris of het gemeentebestuur voldoen de gezag en vrijmoedigheid bezit, om allerlei kwesties bij minnelijke schikking tot oplossing te brengen en de gewenschte verbeteringen te bepleiten en door te zetten." Spr. zegt, dat niet waar is, wat de heer Theil beweert: dat het groote publiek en de autoriteiten in het algemeen een geringschattend oordeel over het Kadaster hebben. Spr. zal geen lofrede op het Kadaster houden, maar geen rechtbank onderschat meer de zeer waardevolle gegevens omtrent de eigendomsgrenzen, waarover de kadastrale archieven reeds thans na een periode van ongeveer 50 jaar van intens en nauwgezet werken en verzamelen, beschikken. Daarom is het onverantwoordelijk de authenticiteit van de gegevens, de waarde van de meetcijfers, in ge vaar te brengen, door de constateering van belangrijke eigendomsgrenzen door minderbevoegden te doen geschieden. Wij hebben steeds, om economische redenen, de noodzakelijkheid be toogd, de landmeters van eenvoudig bureelwerk te ontlasten en kunnen dus om dezelfde redenen niet afwijzend staan tegenover de wenschen, om voor eenvoudig meetwerk goedkoopere hulpkrachten in dienst te nemen. De thans ingeslagen weg is evenwel de minst economische, die te vinden was, en heeft bovendien menschen naar voren gebracht, die hun onkunde achter hun brutaliteit verbergen en die zich als onze rivalen aankondigen. Spr. wekt de vereeniging op, zich te velzetten tegen in voering van het instituut-veldassistenten, zooals dit thans de fiscale autoriteiten voor oogen zweeft blijkens het rapport-Weiter, omdat het algemeene peil van ons werk daardoor in gevaar zal worden gebracht,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 209