223
zelfsprekend, dat we, nu er een Nederlandsche vereeniging is, hiervan
lid worden en voor de Duitsche bedanken. Het is een overdracht der
contributie.
De heer H o r n i x zou het juister vinden, dat de vereeniging voor
Photogrammetrie lid werd van onze vereeniging in plaats van omgekeerd.
Spr. vraagt, of er contact geweest is met onze vereeniging bij de op
richting, of een der bestuursleden daarbij aanwezig was en of voor een
der bestuursfuncties een lid van ons bestuur is aangezocht.
De Voorzitter zegt, dat hij de oprichtingsvergadering heeft bij
gewoond, doch antwoordt op de andere vragen van den heer Hornix
ontkennend. Hij wijst erop, dat internationaal de vereeniging voor Photo
grammetrie bestaat naast de landmeters-vereenigingen, de eerste bewegen
zich ook uitsluitend op hun speciaal gebied.
De heer Prof. Schermerhorn zegt, dat zich hier inderdaad een
nieuw hulpmiddel in de landmeetkunde gaat organiseeren buiten de Ver
eeniging voor K, en L. om. Deze organisatievorm is echter internationaal
zoo gegroeid en meer en meer werd in ons land de noodzakelijkheid
gevoeld, zelf een vertegenwoordiging te hebben in de internationale ver
eeniging voor photogrammetrie. Ons land liep op dit terrein tot nog toe
geheel aan de hand van Duitschland en bij het nieuwe reglement zouden
wij heelemaal niets meer te zeggen hebben. Daarom was een nieuwe
organisatie in ons land noodig. Spr. acht een nauw contact tusschen
deze vereeniging en K. en L. gewenscht; dit behoeft niet te bestaan in
een vertegenwoordiging van het Bestuur als zoodanig, maar spr. zou het
toejuichen, wanneer vele leden van K. en L. lid werden van de nieuwe
vereeniging. Het doel der vereeniging is voorloopig: iedereen die dat
wenscht, op de hoogte te brengen van de vorderingen der photogram
metrie en de leden zooveel mogelijk met het werk in aanraking te bren
gen, opdat men zich een zuiver oordeel kan vormen over de mogelijk
heden op dit gebied. Spr. hoopt, dat veel leden van K. en L. actief aan
dit werk zullen deelnemen.
De heer W o 11 e r s vraagt, hoeveel dit zal kosten.
De heer T i e n s t r a zegt, dat het de bedoeling is aan de leden vier
maal per jaar het Duitsche Tijdschrift toe te zenden. Zuinig berekend,
acht het Bestuur een contributie van 4.per jaar noodig. Dit is heel
weinig en de vereeniging kan er daarmee niet komen. Spr. hoopt echter,
dat verschillende organisaties, als de Vereeniging voor K. en L., de zaak
financieel zullen steunen.
De heer Timmerman bepleit samenwerking met K. en L. bij het
uitgeven van een Tijdschrift.
De heer T i e n s t r a zegt, dat nog niet vaststaat, wat op den duur