Nummering in verband met hypothecaire bezwaardheid.
Vereeniging van perceelen.
227
Een dergelijke methode zou de studenten vermoedelijk ook nog vlugger
en beter begrip van de techniek der grondboekhouding geven dan de
lectuur van het bovenbedoelde of eenig ander werk.
Dat van Rijkswege voor dit en wellicht verschillende andere overeen
komstige doeleinden geldelijke middelen ter beschikking gesteld zouden
worden, is volkomen uitgesloten. Wellicht ware in dit opzicht iets te
bereiken bij het Oud-studentenfonds.
Namens de Faculteit voornd.,
J. H. W. Verzijl,
Voorzitter.
Groningen, i September 1932.
De Senaat heeft Uw schrijven van 10 Juni 1.1. gesteld in handen van
de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
Deze Faculteit stelt zich voor, in overleg te treden met de ambtenaren
van den dienst van de hypotheken en het kadaster te Groningen tot het
bereiken van het in Uw schrijven aangegeven doel.
Voor den Senaat:
H. van Goudoever,
Secretaris.
Het Bestuur heeft den heer C. J. Klu vers te Wageningen uitgenoodigd,
de in de brieven uit Tilburg en Utrecht bedoelde voordrachten te willen
houden, en deze heeft zich hiertoe bereid verklaard.
P. W. 13143.
Resolutie van 16 September 1931, N°. 12.
Ten aanzien van het bovenvermelde onderwerp heeft de Minister het
volgende te kennen gegeven:
Vereeniging van bezwaarde perceelen of perceelsgedeelten met onbe
zwaarde perceelen of perceelsgedeelten, die met verschillende inschrijvingen
zijn belast, dient te worden nagelaten.
Dit beginsel lijdt slechts uitzondering in gevallen, waarin het zou leiden
tot vorming van perceelen van zóó geringen omvang, dat ze op het
kadastrale plan bezwaarlijk kunnen worden voorgesteld en tevens indien
als in geval van wegverbreeding bij een eigendom, dat als onver-