De lichtmeetdienst maakt daartoe gebruik van minstens 2 posten op onderlinge afstanden van 2 km, waarin georienteerd op gestelde theodolieten zijn geplaatst. Door in deze posten de rich tingen naar waargenomen vuurverschijnselen (afkomstig van den mondingsgloed) op te meten en deze richtingen daarna op een planchet (1 mm 10 meter) uit te zetten, wordt de plaats van het vijandelijk geschut gevonden. De geluidmeetdienst werkt met behulp van microfonen, die op 2 km afstand van elkaar in het terrein worden ingegraven. De plaatsen dezer microfoonposten moeten tot op 2 meter nauw keurig bekend zijn. Het geluid afkomstig van mondingsknallen verspreidt zich bolvormig door de lucht en zal dus met bepaalde tijdsverschillen de microfonen bereiken. Is het tijdsverschil tusschen de aankomst van het geluid in 2 microfoonposten bekend, dan ligt de geluidsbron (vijandelijk geschut) op een hyperbool met de betrokken posten als brandpunten, en het tijdsverschil (ver menigvuldigd met de bekende voortplantingssnelheid van het geluid) als constant afstandsverschil. Drie microfoonposten geven zoodoende 2 hyperbolen; het snijpunt daarvan is de plaats van de geluidsbron. De tijdsverschillen worden geregistreerd met behulp van een oscillograaf, die dubbeldraads verbonden is met de microfoon posten. Registratie heeft plaats op een strook lichtgevoelig papier, waarop na ontwikkelen en fixeeren de tijdsverschillen door eveneens fotografisch geregistreerde stemvorktrillingen worden uitgeteld. Inplaats van met hyperbolen wordt gemakshalve gewerkt met hun asymptoten en wel door deze richtingen van uit het midden der verbindingslijn der posten («basis» genaamd) met behulp van draden op een planchet (1 mm is weer 10 meter) uit te leggen. Gaan we, na deze beknopte uiteenzetting, het verschil in con structie na tusschen de doelen van licht- en geluidmeetdienst, dan zal het duidelijk zijn, dat fouten in de ligging der microfoon posten de basis en gelijktijdig daarmee alle asymptoten doen draaien. Is de nauwkeurigheid der plaatsbepaling b.v. 10 meter geweest bij een basislengte van 2 km, dan is een fout in de richting van alle doelen van 10 duizendsten (°/oo) mogelijk. Bij doelen op 8 km afstand van de microfoonposten zal het dus kunnen voorkomen 2 30

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 230