co 1^>
234
komst zou geven. Voor de grootte dezer fout is echter moeilijk
een waarde te vinden. Blijft over de lengte van M C uit te drukken.
In afb. i beschouwen we daartoe AM CO en vinden:
/MOC=«
p.! (P2 i) b
ZO iooo
sin (x -j- y) sin (3
VT k
sin (x -j- (3)
M C2 C O2 -f M O2 2CO.MO cos x
In M C komen dus als variabelen voor: x, (3 en b als langste
der opstaande zijden. In afb. 3 is de grafiek geteekend, waaruit
de waarde van M C is af te lezen. Het gebruik wordt door het
volgende voorbeeld voldoende toegelicht.
Voorbeeld. Gemeten werden:
x 800 bg °/oo
(3= 2100 bg %o
langste opstaande zijde b= 1900 m.
Zoek het punt waar de straal bij 8 kleinste basishoek) de
boog behoorende bij 21 (hier te nemen het supplement, d.w.z.
32 21 11) snijdt en meet de lengte van de verbindingslijn
tusschen het aldus verkregen punt en de verdeeling 3 (nl.
3221 8 3) op de horizontale lijn. Hiervoor wordt alsdan
gevonden 4,6 cm. Aangezien de grafiek werd geconstrueerd voor
een langste zijde van 100 meter, bedraagt de gevraagde lengte
van MC: 19 X 4.6 87,4 cm, dus rond 1 meter. De maximaal