Verslag van de Rijkscommissie voor Graadmeting en
Waterpassing aangaande haar werkzaamheden over
het jaar 1931.
241
Noordkant van het kleine schuurtje (komt niet op het oude plan voor!)
en verder in het verlengde van dien Noordkant volgens de stippellijn
(schutting) tot aan de sloot. Bij informatie blijkt het gedeelte a 5 jaar
geleden voor f 50,te zijn verkocht op kwitantie zonder eenige verdere
ze/s
formaliteit door Catharina Oud aan Arie van Dalen. Catharina
Oud, die nog in Overschie woont, heeft 2 jaar geleden het geheele n° 2814
verkocht aan haar neef Pieter Oud, bovengenoemd. De beide tegen
woordige eigenaren erkennen, dat de eigendomsgrens bij a loopt volgens
de stippellijn en dat bij b de tegenwoordige toestand al meer dan 30 jaar
bestaat. Ondanks herhaald aandringen door den landmeter, hebben zij
geen geld voor een notariëele akte over. Hoogstens willen zij de kosten
van registratie en overschrijving van een onderhandsche akte betalen.
Beide perceelen zijn onbezwaard. Wat moet de landmeter aan partijen
aanraden om te doen, zoodat de perceelen bij het Kadaster juist te naam
gesteld kunnen worden op grond van voorhanden bescheiden?
Antwoorden vóór 15 Februari 1933 in te zenden.
Aan dit Verslag, dat aanwezig is in de Bibliotheek, ontleenen wij het
volgende
Commissie.
In 1931 was de Commissie samengesteld als volgt:
Leden: Dr. J. J. A. Muller, voorzitter; Ir. Hk. J. Heuvelink, secre
taris; Dr. A. A. Nijland; Dr. L. H. Siertsema; Dr. W. de Sitter;