tot 4 worden ze zoo groot dat er van een gemakkelijk toezicht geen sprake meer kan zijn. Veel tijd gaat dan verloren met het be zoeken van verafgelegen kantoren. gebracht. Verdere inkrimping zou niet te verdedigen zijn. g. Het aanstellen van 30 H. v. d. zou het Rijk veel geld kosten aan toelagen en doordat 30 van de beste werkers aan den practi- schen dienst voor 't grootste deel worden onttrokken, waardoor weer ander per soneel noodig is. De d. 1. blijft bijna geheel produceerend ambtenaar en slechts voor een klein deel controleerend. De Ing. Ver. treft in overleg met den d. 1. maatregelen, dat alle meting stukken door een tweede land meter worden nagezien alvorens ze toegepast worden in den kadastralen legger. Die land meter geeft daarvan blijk op den Staat N°. 75. Het toezicht van den I. V. is repressief. De organisatie met d. 1. is dus veel goedkooper dan met H. v. d. 10. Het H. v. d. moet de lei ding van adsp. landmeters en adsp. teekenaars, over laten aan ander toege voegd personeel. 11. De verhouding van H. v. d. tot toegevoegd landmeter zal doorgaans zijn als die van meerdere tot mindere. 12. Bij invoering van de grens- De d. 1. kan directe leiding geven aan jong personeel, adsp. landmeter of adsp. teekenaar. De verhouding van den ouderen d. 1. tot zijn jongeren collega zal meer gemoedelijk zijn, hetgeen bevorderlijk is voor den goeden gang van den dienst. De d. 1. is zelfstandig. In- 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 27