29
deze nieuwe organisatie wel reeds een oordeel hadden kunnen
vormen en omdat het ons wenschelijk voorkwam, dat K. en L.
haar houding ten aanzien hiervan bepaalde.
Onzerzijds is het nieuwe systeem ter vergadering bestreden
bij monde van ons Bestuurslid Jonas en werden de door onze
Vereeniging in 1929 aangenomen voorstellen verdedigd. (Zie
het Verslag der vergadering Tijdschrift 1931, 5e afl. bladz. 167/8),
Het Bestuur vroeg van de vergadering opdracht, nader op in
voering van datgene, wat in onze voorstellen is neergelegd, aan
te dringen.
Met groote meerderheid nam de vergadering echter na de
discussies het Voorstel-de Korver aan, waardoor de beslissing
werd verdaagd tot het volgend jaar.
Hoewel dit uitstel in strijd was met hetgeen wij ons hadden
voorgesteld, bleek ons na de vergadering reeds spoedig en later
nog weer, dat er inderdaad niet zooveel haast was bij het be
palen van het standpunt door onze Vereeniging en dat er geen
groote gevaren aan waren verbonden, de proef-Maastricht nog
een jaar te laten doorwerken.
Inmiddels bereikte ons het schrijven uit Arnhem, onderteekend
door 23 leden der vereeniging, waarin een referendum werd
gevraagd over de Motie, opgenomen op bldz. 180 van het Tijd
schrift 1931.
Daar deze motie uit twee deelen bestond, kon zij niet in haar
geheel in stemming worden gebracht. Het eerste deel wilde de
uitspraak van de vergadering herroepen en vroeg derhalve een
referendum over het Voorstel-de Korver. Op grond van artikel 48
van het Huish. Reglement was het Bestuur verplicht, dit eerste
referendum uit te schrijven, en moesten het Bestuur zoowel als de
afdeelingen en de leden zich van elke verdediging of bestrijding
onthouden.
De uitslag van deze stemming is bekend: met een kleine meer
derheid werd het Voorstel-de Korver nu verworpen en de Ver
eeniging achtte het dus noodig, zich thans uit te spreken over
het Instituut-Hoofden van Dienst.
Het Bestuur moest hierna een tweede referendum uitschrijven
en het Huish. Reglement zegt, dat in dit geval gelegenheid tot
discussie moet worden gegeven in het Tijdschrift,