Het Bestuur adviseert daarom uit volle overtuiging tot ver werping van het Instituut-Hoofden van dienstzooals dit thans te Maastricht in toepassing wordt gebracht. Dit beteekent allerminst «la mort sans phrase», zooals dit van sommige zijde wordt voorgesteld. De voorstellen van K. en L. zijn na rijp beraad vastgesteld, en over het Instituut-Hoofden van dienst zijn nu reeds zooveel mogelijk beschouwingen gehouden, dat we dit voldoende belicht mogen noemen! Wij moeten er ten slotte krachtig tegen opkomen, dat men thans van zekere zijde aan het Bestuur verwijt, de vereeniging in een moeilijke positie te hebben gebracht! Door het Instituut- Hoofden van dienst tot onderwerp van bespreking te maken op de vergadering te Rotterdam? Wij hadden dit eens niet moeten doen! Een dergelijke nieuwe organisatie van den dienst moet toch zeker op onze Jaarvergadering worden behandeld. En hoe men kan schrijven, dat door de aanneming van het voorstel de Korver de positie van het Bestuur een oogenblik kon worden gered, is ons ten eenen male een raadsel! Wij hopen, dat de schrijver door onze bovenstaande beschouwingen tot beter inzicht zal zijn gekomen. Het Bestuur der Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde, O. J. Jonas. J. F. Jongedijk. Roermond, 12 Januari 1932. Onderstaande is eene inleiding, die ik mij voorstelde te houden op eene vergadering, der afdeeling Roermond van K. en L. van welke vergadering een communiqué in het tijdschrift zou worden geplaatst, als de gemiddelde meening van de Landmeters aan de «beproefde» vier bureaux. Nu die vergadering echter niet is doorgegaan, moge ze ongewijzigd daarin worden opgenomen. Zooals ik de voorgenomen reorganisatie van ons dienstvlak, met de instelling van Hoofden van Bureaux, zie, zou ik den Heer W. Smit n.a. van zijn open brief aan den Heer Boer, in 32 H. J. PIETERS.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 32