zooals wij dat zouden wenschen, geloof ik toch dat wij met de appreciatie te onzen opzichte tevreden mogen zijn. Wat is dan naar dien gedachtengang het toekomstbeeld van een Kadastraal Bureau? Het Bureau zal aldus bezet zijn: Een Landmeter, Hoofd van het Bureau; een of twee toegevoegde Landmeters, een tweetal Veldassistenten, een aantal Teekenaars. Die een of twee toegevoegde Landmeters zijn dan natuurlijk de jongeren die straks na sollicitatie op hun beurt Hoofd van een Bureau zullen worden. Is dit het beeld van een district, nagenoeg naar de voorstelling van K. en L.P Of is het dat niet? M.i. is het er zelfs eene verbeterde editie van. Hoe de ver houding van dit Bureau tot den Ing. Ver. (die eene positie gelijkende op die van Directeur Reg. of D. B. zal hebben ver kregen) hoe groot het aantal bureaux zal worden, en hoe de personeelsverhoudingen op de bureaux: deze en nog meer vragen zullen ons nog vele jaren aanleiding zijn tot nuttige en aangename Algemeene Vergaderingen van K. en L. En nu de subordineering. Zoolang de overgangstoestand duurt, d. w. z. zoolang het aantal Landmeters te groot is, en dus geen Wageningers in ons corps worden opgenomen, zal ze niet zijn weg te cijferen; maar men bedenke dat we pas aan den overgangstoestand toe zijn, en voorts dat die subordineering ook normaal is bij genoemde Inspecteurs. Waar echter de verhouding der collega's onderling normaal is, zal die subordineering geen aanleiding behoeven te geven tot moeielijkheden. Met al te spoedig op hun ambtelijke teenen getrapte ambtenaren kan toch bezwaarlijk rekening worden gehouden. En intusschen valt het toch niet te loochenen, dat onder alle leeftijden menschen voor komen, die niet voor eene leidende functie geschikt zijn (en die dit vaak gaarne erkennen). Men late dus den eisch van be noeming der Hoofden naar anciënniteit varen. Hierin mag en kan het departement niet de leiding uit handen geven. Wat zal nu de uitslag worden van het tweede referendum? Ik mag toch zeker wel veronderstellen dat men zich bij het uitbrengen van zijn stem niet zal laten beïnvloeden door geruchten; wanneer alle collega's naar eigen overtuiging zullen stemmen, dan zullen een aantal «die-hards» onder aanvoering van de afdeeling Arnhem tegen aanvaarding van het nieuwe 34

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 34