35 instituut stemmen, omdat men nu eenmaal een eens ingenomen standpunt niet gaarne prijs geeft. Een klein gedeelte zal voor die aanvaarding stemmen, die, omdat zij de proef van nabij gezien hebben, de onbevangen meening hebben verkregen dat, afgezien van persoonlijkheden, met die instelling veel kan worden bereikt, dat in de lijn ligt van K. en L. De meesten echter zullen blanco stemmen (of heelemaal niet) omdat zij zich geen oordeel durven aanmatigen. Wordt op deze wijze de aanvaarding verworpen of aangenomen dan weten we nog heelelemaal niets van de meening van K. en L. Ten slotte zou ik het bestuur van K. en L. willen vragen waarom toch dit punt is gebracht op de agenda van de weten schappelijke vergadering. Het behoort m.i. op de vakvereeniging thuis. De Heeren Ing. Ver. (buitengewone leden van K. en L.) hebben eene eigen instantie om hunne meening aan het depar tement te doen kennen, terwijl ook buitengewone leden als de' Heer I. Boer Hzn uit hoofde van hun verleden toch zeker den weg naar het departement nog wel weten te vinden. G. Kater. Referendum. Overtuigd, met een uitvoerige uiteenzetting slechts in herhalingen te vervallen van wat vele anderen reeds zullen hebben aangevoerd, bepaal ik mij tot de mededeeling mijn stem inzake het aange kondigde «.rethorische» referendum niet te zullen uitbrengen; daarmede bedoelende uit te spreken, dat een referendum slechts dient voor zuiver gestelde en principieele kwesties, welker be slissing niet kan wachten tot de eerstvolgende algemeene ver gadering. Moge de door mij bedoelde uitspraak in het resultaat der stem ming duidelijk tot uiting komen! Dan heeft deze referendum geschiedenis misschien ook nog een lichtzijde. Zwolle, 13 Januari 1932. J. J. Gorter: Hoofden van Dienst? De onmogelijkheid om een instituut als het onderhavige te beoordeelen buiten datgene om wat de betrokken ambtenaren

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 35