43 door de alg. vergadering te Rotterdam was velen een teleur stelling: het bekende glas was weer eens gedronken en de ge volgen waren navenant. Als eenig excuus zou kunnen worden aangevoerd, dat de be raadslagingen te verward waren door de groote hoeveelheid voorstellen en denkbeelden (Arnhem, Leeuwarden, Rotterdam e. a.) zonder dat er van eenige leiding in de debatten sprake was, zoodat de vergaderden tenminste rust kregen door de executie maar uit te stellen. Toch is en was de zaak waar het om gaat duidelijk. Ten eerste hebben we de richtlijnen, die de vereeniging na rijp beraad heeft vastgesteld en die een volledig schema van organisatie inhouden. Een vereeniging als de onze, die zich zelf respecteert, gooit een dergelijk program niet bij het eerste het beste stootje over boord, al moet het mogelijk blijken, eventueel deze richtlijnen te herzien in het licht van veranderde omstandigheden. Ten tweede hebben we de voorschriften van 18 Dec. 1930 betreffende de instelling van bureaux van den landmeetkundigen dienst én zien we in de praktijk de toepassing dezer voorschriften. Wij konstateeren, dat deze voorschriften zijn gemaakt en de proef is genomen zonder dat van te voren door het departement eenig contact met onze Vereeniging is gezocht en dat dus blijk baar in de hoogste regionen geen prijs wordt gesteld op het oordeel van belanghebbenden en ter zake kundigen. Wij kunnen een dergelijke houding in een tijd, die men gaarne democratisch noemt, niet bewonderen. De hoofdgedachte, die in de door de Vereeniging uitgestippelde richtlijnen ligt is: de volledige zelfstandigheid van den landmeter, die de volle verantwoordelijkheid draagt voor zijn werk. De leidende gedachte in de voorschriften van 18 December is echter: ondergeschiktheid van den landmeter aan een hoofd van dienst, die een tusschenrang vormt tusschen landmeter en ingenieur verificateur en die een groot deel van de bevoegdheden van den I. V. krijgt toegewezen om zijn positie te handhaven en te accentueeren. Deze subordonatie blijkt uit tal van bepalingende leiding berust bij het h. v. d.; andere landmeters en teekenaars zijn hem toegevoegd; de regeling van den dienst kardinaal punt!

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 43