45 landmeters, lezen we, dat als het nieuwe instituut duurder is dan oorspronkelijk gedacht was, de kwaliteit van het afgeleverde werk in elk geval beter is! Dat is natuurlijk een bewering, waarvoor geen enkel redelijk bewijs is aan te voeren en die naar onze meening ook absoluut onjuist is. Men wijze er niet op, dat in het afgeloopen jaar aanmerkelijk meer is afgedaan dan in vorige jaren; wij weten, dat althans in Maastricht en Roermond steeds een chronisch gebrek aan teeke- naars-assistentie heeft geheerscht; bij de invoering van de proef is tenminste gezorgd, dat het met deze assistentie in orde kwam. Resumeerende mogen wij besluiten, dat naar ons inzicht, dat tevens het inzicht is van vrijwel alle landmeters aan de kantoren Maastricht, Roermond en Eindhoven, de proef Maastricht in deze omstandigheden en met deze voorschriften moet worden afgewezen als strijdig met het dienstbelang en verderfelijk voor de positie van den landmeter. Wij hopen dan ook, dat het referendum in deze een duidelijke uitspraak zal doen. Alvorens echter tot een slot te komen zou ik nog willen op merken, dat we er met een eenvoudige verwerping van de proef niet zijn. Een star vasthouden aan onze richtlijnen is evenzeer verwerpelijk. Wij dienen deze te herzien met vasthouding van het leidend beginsel en aan te passen aan de nieuwe gezichtspunten, die de proef heeft opgeleverd; ook de resultaten van de proef met de veld-assistenten, waarvan reeds rapport is uitgebracht aan den Minister, zullen daarbij niet kunnen worden verwaarloosd. In een tijd, die bezuiniging, rationalisatie en efficiency eischt op elk gebied kan ons dienstvak niet ontkomen aan grondige herziening van zijn organisatie en werkwijze, die principieel nog stammen uit een tijd die honderd jaar achter ons ligt. Onze vereeniging dient paraat te zijn en de volgende alge- meene vergadering zal zijn houding definitief moeten bepalen, willen we niet achter de feiten aanloopen. Naar mijn inzicht dient het bestuur van K. en L. nu reeds die maatregelen te treffen, die noodig zijn om tegen de alg. vergadering goed beslagen ten ijs te komen. Het uitbrengen van een rapport, dat als leiddraad van de besprekingen moet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 45