47 afwachten om aan de wensch der meerderheid te voldoen). Het Bestuur moet iets doen. Wat? Verliezen zich de daden niet in het onbelangrijke, als geageerd moet worden, niet tegen zaken, maar, in casu, tegen enkele personen? Is er niet belangrijker werk te doen voor het Bestuur van een vereeniging van hooger personeel in deze belangrijke tijd? Een vereeniging van intellectueelen zullen wij zijn. En ik denk aan de belangwekkende voordracht van Prof. Schermerhorn, waarin telkens de vraag naar voren kwam om een organisatie van de Landmeetkunde in ons land. Wij vormen een vereeniging voor Kadaster, maar ook voor Landmeetkunde en onze vereeniging zou vooraan moeten gaan met haar volle aandacht om die urgente vraag tot een oplossing te brengen. Hierom was ook gevraagd in het voorstel van de Afd. Zutphen. Organisatie van de Landmeetkunde: Een ruim en belangrijk arbeidsveld ligt hier open voor onze Vereeniging. Zou niet iedere actie als deze, om kadastraal-landmeetkundige organisatie, onbelangrijk of voorbarig zijn als die toch weer moet worden aangepast aan het geheel: aan een doelmatige organisatie der Landmeetkunde in haar volle omvang? Resumeerende acht ik het referendum onze vereeniging niet waardig; lijkt mij een besluit hierover genomen, onuitvoerbaar. Het Bestuur geve zich aan belangrijker werk. Conclusie: Laten wij niet meewerken aan dit referendum en daardoor toonen, dat wij méér van ons Bestuur verwachten, dan dit refendum-voorstel inhoudt. R. ten Oever. Volgens het schrijven d.d. 30 Dec. 1931 van het bestuur der Vereeniging voor K. en L. kan er in het Tijdschrift Discussie plaats hebben over het voor of tegen van „het instituut Hoofden van Dienst zooals dit thans in Maastricht wordt in toepassing gebracht De landmeters die het in M. aan den lijve ondervinden kunnen hierover het beste eene beschouwing geven. Hoe de toepassing te Eindhoven plaats heeft moge blijken uit het feit dat na ruim tien maanden sedert de invoering der nieuwe

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 47