Punt Ubagsberg I Jaar 1930.
o° 0'
I
I
I
43 -o
I
II
II
II
II
Gemiddeld
Het punt Ubagsberg I is een zware steenen pijler; Vijlen een
flinke toren; geen van beide is gelegen boven mijnen. Beide
punten moesten beschouwd worden als absoluut onveranderd; te
meer waar voor de hoeken in Ubagsberg I tusschen Vijlen en
andere oude punten, b.v. Klimmen en Voerendaal, dezelfde waarden
gevonden werden als in 1902. De richtingsmetingen voor de
Rijksdriehoeksmeting geschieden met nauwkeurigheidstheodolieten
uit de bekende fabriek Wanschaff, met randmiddellijn van 21 c.m.
en trommelaflezing in sexagesimale seconden en schatting in tiende
deelen. Het zijn instrumenten, waarvan Prof. Ir. HE J. Heuvelink
voor enkele jaren, in zijn afscheidscollege op 15 Mei 1926, met
recht kon verklaren, dat zij thans nog, alhoewel ongeveer 40 jaar
oud, behooren tot de meest nauwkeurige. Eene vergelijking
tusschen deze theodolieten en de nieuwste Wild-instrumenten,
gemaakt in den zomer van 1931, bewees nog eens ten overvloede
dat zij, wat nauwkeurigheid betreft, geenszins onderdoen voor
laatstgenoemde.
Het was dus noodzakelijk uit het in Ubagsberg I optredende
verschijnsel te concludeeren, dat het punt Spekholzerheide zich
in horizontale richting had verplaatst.
Met vorenstaand feit voor oogen, werden bij de in 1931 voort
gezette metingen alleen die punten als onveranderd aangemerkt,
die zich niet bevinden boven mijnen of daarom hinder hebben
kunnen ondervinden; en werd besloten de punten: Spekholzer-
66
Stand
v. d.
Vijlen
Spekholzerheide
Rand
Kijker
st. b. kn.
st. b. kn.
o° q' q".o
264° 12' 46".Q
22 30
0 .0
44 -2
45 0
0 .0
67 30
0 .0
41 .0
90 0
0 .0
46.9
112 30
0 .0
46.0
135 0
0 .0
43 -6
157 30
0 .0
43 -1
000 .00
264 12 44-34