75 Mij dunkt, dat we uit deze algemeene stilte wel de conclusie mogen trekken, dat de opleiding in groote lijnen aan de ver wachtingen heeft voldaan en dat het den docenten niet alleen is mogen gelukken de wetenschappelijke basis goed te leggen, doch dat zij zich ook zóó in de practijk hebben georiënteerd, dat ge gronde klachten zijn uitgebleven. Toch is het misschien niet ongewenscht enkele opinie's te hooren, opdat juist de stemmen uit de practijk vaak een ruggesteun kunnen zijn voor de docenten, om op de ingeslagen weg voort te gaan, of soms een vingerwijzing mogen worden, om door kleine her vormingen tot een meer volmaakte opleiding te komen. Dit schrijven is dan ook bedoeld als een inleiding, waarin sommige persoonlijke indrukken verwerkt worden, die misschien anderen uit hun tent kunnen lokken, om ook eens deze belang rijke kwestie te bekijken. We willen dan vooropstellen, dat de studie in Wageningen bedoeld is en m.i. ook moet zijn een algemeene opleiding tot Landmeter, in den ruimen zin des woords. Daar echter tot nog toe en hopelijk ook in de toekomst verre weg het grootste deel der afgestudeerden bij het Kadaster een emplooi vindt, ligt het voor de hand, dat de kwesties wel eens door een kadastrale bril mogen worden beschouwd. Wanneer we dan het studieprogramma bekijken, zien we, dat in de eerste studieperiode de grondslag gelegd wordt voor de eigenlijke vakstudie, aan welke laatste de z.g. candidaatsperiode is gewijd. De eigenlijke vakstudie kan men in drie hoofdonderdeelen splitsen, n.l. i° het mathematisch-geodetisch gedeelte. 2° juridische gedeelte. 3° cultuurtechnische gedeelte. i° Voor de bestudeering der geodetische wetenschap is het noodig inzicht te hebben in Differentiaal- en Integraalrekening; m.i. zouden deze vakken iets breeder behandeld kunnen worden en kon meer contact met den docent, b.v. op een practicum, leiden tot meer bezonken kennis. Helaas zijn er vaak studenten, die zich thans alleen voor een examentje trainen en dan de eigenlijke studie verwaarloozen. Door nu en dan een andere examenmethode in te voeren, zou

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 75