78 Resumeerende komen we tot de conclusie, dat de mathematisch- geodetische afdeeling iets ruimer en systematischer kon worden opgebouwd, dat de juridische afdeeling, speciaal in 't begin, iets kan worden uitgebreid en dat de cultuurtechniek iets kan worden besnoeid, vooral om meer tijd te geven aan de eerstbedoelde hoofdvakken, wat mijns inziens een groote verbetering zou zijn. De kwestie van de practijk kan alleen opgelost worden door verlenging van de studie. In verband met de colleges, die vaak samenvallen met die der Hoogeschool, zou de practijktijd een jaar moeten duren van Januari tot Januari en moeten beginnen na het «candidaats-A»-examen. Een dergelijke regeling was zeer toe te juichen Deze kwestie is reeds meerdere malen besproken en speciaal voor de Indische Landmeters schijnt dit gebrek aan practijk in den beginne een groot bezwaar te zijn, doch daar zoo'n werk- zaamstelling meestal bij een Rijksdienst moet plaats hebben, zullen voorloopig nog heel wat ambtelijke en financieele kwesties moeten worden opgelost, voor deze regeling haar beslag kan krijgen. Zooals in den beginne van dit artikel reeds is opgemerkt, kunnen we dus «im groszen und ganzen» wel met de Wagening- sche opleiding accoord gaan. Iedere insider zal het ook als een groote vooruitgang beschouwen bij de vroegere studie, toen ieder, na het adspirantsexamen maar op eigen wijze moest trachten de kennis te verzamelen, die noodig was voor Landmeter. Degenen, die toen ook nog niet in de gelegenheid waren, om de Land- meetkunde-colleges in Delft te volgen, moesten door eigen studie en privaatlessen maar trachten klaar te komen. Vooral door de groote ontwikkeling der geodetische problemen en de hooge eischen, die de practijk aan de ambtenaren stelde, kwam terecht een sterke drang naar een wetenschappelijke, goed geregelde studie. Voor de hoogere Kadasterambtenaren zal dit in de toekomst in steeds sterker mate noodig blijken. Voortdurend toch worden nieuwe methoden en instrumenten uitgevonden, die alleen door wetenschappelijke menschen kunnen worden toegepast, terwijl de vele maatschappelijke instellingen, waarmee het Kadaster in aan raking komt of waaraan de ambtenaren dikwijls voorlichting moeten geven, aan de Landmeters steeds hooger eischen stellen, zoowel wat algemeene kennis als hun vakstudie betreft.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 78