Niet alle districten zullen evenwel gelijk kunnen zijn; om dit beter te kunnen beoordeelen, moeten we de organisatie nog even nader bespreken. In het rapport der Commissie tjansma» is becijferd, dat er na de splitsing van den kadastralen dienst in «gewone dienst» en «buitengewoon werk» noodig zullen zijn, berekend naar den norm- De Korver: 120 districtslandmeters en 42 landmeters voor buiten gewoon werk, dus ongeveer het momenteel daarvoor beschikbare personeel. Hierbij is geen rekening gehouden met veldassistenten. Om aan te toonen dat onze voorstellen ook passen voor een personeels organisatie, waarin veldassistenten zijn opgenomen, willen we nu eens aannemen, dat deze er binnenkort zullen komen, maar we wenschen dan meteen voorop te stellen, dat het assistenten zijn en moeten blijven, die alleen onder directe leiding van den land meter zullen werken. Zij zullen naar onze meening dus alleen geplaatst kunnen worden bij buitengewoon werk van grooten omvang en verder in die districten, waar onmiddellijke leiding van den districts landmeter mogelijk is, bij v. in districten als Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Groningen, Eindhoven enz. en dus niet in de z.g.n. landelijke districten, waar wegens de groote afstanden een directe leiding te velde zoo niet geheel onmogelijk dan toch veel te oneconomisch zou zijn. Dit moet natuurlijk voor elk kantoor uitgemaakt worden; er kunnen omstandigheden zijn, die veld assistenten in een landelijk district jvel mogelijk maken, bijv. in districten als Bussum of Hilversum. Wanneer men dus een vast program samenstelt voor het uit te voeren buitengewoon werk en verder eerst de districten nagaat, als hierboven werd aangegeven, dan kan men ongeveer de be hoefte aan veldassistenten bepalen en geleidelijk dit aantal op leiden, aangenomen natuurlijk, dat in de praktijk gebleken is, dat ze goed voldoen en economisch werken. De opbouw der organisatie kan nu verder logisch en een voudig zijn. Men berekent naar den Norm-De Korver hoeveel personeel per kantoor voor de districten noodig is. Voor 4 kan toren: Appingedam, Sneek, Brielle en Zierikzee komt men dan op één district met een bezetting van één landmeter-verant- 93

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 93