gó Door ons werden d.d. 14 Maart de volgende verzoekschriften aan den Minister van Financiën gericht: Aan Zijne Excellentie den Minister van Financiën te 's-Gravenhage. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur der Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde (welke vereeniging werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 December 1887, n°. 23, en laatstelijk erkend bij Koninklijk Besluit van 26 Mei 1914, n°. 41), dat door eene Commissie, bestaande uit het Bestuur en drie Leden onzer Vereeniging ingevolge opdracht der Algemeene Vergadering van 7 Sept. 1929 een Rapport inzake werkzaam- stelling van Veldassistenten bij het Kadaster werd opgemaakt, aan welk Rapport de op 1 Sept. 1930 gehouden Algemeene Vergadering hare goedkeuring heeft gehecht, dat door ons bij schrijven van 7 Nov. 1930 de aandacht van Uwe Excellentie voor bedoeld Rapport werd gevraagd, dat de Commissie in dit Rapport op bladz. 18 tot de volgende conclusie kwam: «Bepaalde werkzaamheden kunnen door veld assistenten worden verricht; de economische mogelijkheid van de invoering van den rang van veldassistent en ook het aan die invoering verbonden gevaar voor de intrinsieke waarde van het Kadaster kunnen thans niet volledig worden beoordeeld; ten einde deze juist te kunnen beoordeelen komt het gewenscht voor, dat een proef wordt genomen», dat een proef, als hier gewenscht werd geoordeeld, inmiddels te Amsterdam werd genomen, terwijl wij vernamen, dat aan Uwe Excellentie over de resultaten van deze proef bereids een Verslag werd uitgebracht door de Landmeters, de Heeren W. Smit en A. C. Hof, dat wij het zeer op prijs zouden stellen, den inhoud en de conclusies van ons bovengenoemd rapport te mogen toetsen aan het Verslag der proef, te Amsterdam genomen, welk verslag voor ons ongetwijfeld belangrijk studie-materiaal bevat en voor onze leden van groot gewicht moet zijn, in het bijzonder voor diegenen, welke later belast zullen worden met de opleiding van veldassistenten,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1932 | | pagina 96