Rapport inzake het in kaart brengen van den Biesbosch- polder met behulp van fotogrammetrie. ii3 verschil bestaat per kantoor ook tusschen de eene gemeente en de andere. Zoo is onder de bewaring Assen in 21 van de 34 gemeenten nog geen enkel punt be paald. Onder Zwolle in 12 van de 25, onder Deventer in 10 van de 19 gemeenten. En zoo zal het wel in het geheele land zijn. De voornaamste oorzaak van die ongelijkheid schuilt natuurlijk hierin, dat de uitbreiding van den „technischen grondslag" niet opzettelijk en systematisch, maar incidenteel, door toevallige om standigheden, heeft plaats gevonden. Toch zal op den duur aan meer gelijkmatige verspreiding over het geheele land aandacht geschonken moeten worden. Het komt mij voor, dat daartoe van groot nut zou kunnen zijn het periodiek, b.v. om de vijf jaren, herhalen van een onder zoek als het thans ingestelde. Assen, 26 Juni 1933. C. H. B. DE Korver. De Biesboschpolder is een drooggelegd gedeelte van den in 1421 ontstanen Biesbosch. Zooals bekend, is in dat jaar door den St.-Elizabethsvloed de Groote Zuidhollandsche Waard overstroomd, waardoor het geheele gebied in verdronken land herschapen werd, den z.g. Biesbosch. Deze Biesbosch strekte zich aan vankelijk uit tot aan de stad DORDRECHT en van hieruit heeft men langzamerhand gedeelten ingepolderd, waardoor het eiland van Dordrecht ontstaan is. Ook de Biesboschpolder sluit weer aan dit eiland van Dordrecht aan en vermeerdert de oppervlakte ervan met 1000 ha. De polder strekt zich uit langs de rivier de Nieuwe Merwede ongeveer ten Zuiden van den Kop van het Land. Vóór de inpoldering bestond het gebied uit een zeer groot aantal eilanden en platen, waartusschen zich de tallooze kreken bevonden. Deze kreken stonden met de rivier in verbinding en bij vloed kwam dan ook het geheele gebied onder water te staan, om bij eb weder droog te vallen. Een uitzondering maakten een paar eilanden, waar men een kade omheen had gelegd en die daarom bij normalen vloed droog bleven. Op laatstgenoemde eilanden had men weilanden aangelegd; op de overige eilanden was veelal griend- en rietcultuur. Gedeeltelijk door onteigening, gedeeltelijk door aankoop werd „de Vereeniging de Biesbosch" eigenaresse van dit heele gebied, uitgezonderd een gedeelte van 8 ha, waarvan de eigenaar verklaarde evenredig in de inpolderingskosten te willen bijdragen. Om het terrein werd nu aan de rivierzijde een zware dijk aangelegd, weerstand biedende aan de hoogste waterstanden, waarna het terrein genivelleerd werd door de kaden en grienden af te graven en hiermede de kreken te dempen, uitgezonderd een vijftal diepe en breede kreken, die men in hun grilligen vorm heeft laten bestaan en die thans als afwateringskanalen dienst doen. Door den polder werden vervolgens een aantal nieuwe wegen aangelegd en het terrein werd verkaveld door middel van slooten. Bij deze verkaveling is men niet volgens een bepaald plan te werk gegaan. Zoodra een gedeelte van 4 a 5 ha ontgonnen was, werd er een sloot omheen gelegd en werd het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 117