ii5 op de foto zichtbaar te zijn. Wel waren hier veel bezwaren aan verbonden, daar het gebeuren kon, dat er maanden verloopen zouden voordat men kwam vliegen. (Er zijn per jaar maar 30 dagen, waarop de weersgesteldheid en helderheid voor dit doel geschikt zijn.) In dien tijd kon er met de teekens van alles gebeuren, zoodat men ze eigenlijk al dien tijd moest controleeren en in goeden toestand houden, daar men niet vooruit wist, wanneer gevlogen zou worden. Ook was het aanbrengen daarvan in de grienden in de praktijk moeilijk uitvoerbaar. In het geheel zouden dz 200 dergelijke aanduidingen noodig zijn. Toen echter een twintigtal punten uitgezet was, kwam er zoo'n tegenwerking van de pachters, op grond van werkelijke of denkbeeldige schade aan het land toegebracht, dat van deze methode moest worden afgezien. Gelukkig waren er in dien tijd, bij wijze van proef, eenige foto's van den polder gemaakt door den Militairen Vliegdienst te Soesterberg en nu bleek het, dat er misschien toch wel genoeg markante punten op het terrein aanwezig zouden zijn om als foto- punten dienst te doen. Het was echter wel noodzakelijk de foto's onder een loupe te beschouwen. Geduldig werd toen een geschikte vliegdag afgewacht. Er werden toen 35 foto's gemaakt van den geheelen polder, die elkaar gedeeltelijk overlapten en hierop zijn in totaal 78 fotopunten bepaald, nadat zij op het terrein aan de hand van de foto's waren geïdentificeerd. Hiervoor werden alle mogelijke markante punten gebruikt, zooals b.v. het eindpunt van een brugleuning, de snijding van karresporen, riooldeksels, basalthoopjes, kale plekjes in het weiland. Het terreinwerk hiervoor vorderde 12 dagen. Het bepalen der punten geschiedde meestal zeer eenvoudig uit het veelhoeksnet door het meten van richting en afstand, voorwaartsche insnijding of detailmeting. De verschillende punten werden op de foto's door een rood cirkeltje aangeduid en genummerd, terwijl bovendien op de achterzijde van iedere foto een schetsje werd gemaakt om den aard van het punt duidelijk te doen uitkomen. De foto's met een lijst van de coördinaten der fotopunten werden nu opge zonden naar Soesterberg, waar ze onthoekt zijn door den Militairen Vliegdienst. Het was wel jammer, dat dit zoo belangrijke deel van de bewerking uit handen moest worden gegeven. De onthoekte foto's waren bij terugkomst op zink geplakt, zulks om de werking van het papier zooveel mogelijk tegen te gaan. Het zou wel aanbeveling verdienen hiervoor in de toekomst een lichter metaal te gebruiken, daar deze platen bijna 4 kg per stuk wogen en dus niet gemakkelijk te hanteeren waren. Het formaat der oorspronkelijke foto's was 12 X 18 cm, zij waren op schaal van 1 a 6000; de onthoekte foto's waren op schaal 1 a 2000; hun afmetingen waren 36 X 52 cm. Het volgende werk was nu de verlangde lijnen van de foto's over te brengen op de blanco plans, waarop inmiddels de drie- en veelhoekspunten, alsmede de fotopunten gekaarteerd waren. Daartoe werden allereerst genoemde lijnen op de foto's zelf verduidelijkt, meestal door ze te verlengen op een lichtgekleurd gedeelte van de foto. In het algemeen betroffen deze lijnen het midden van een droge sloot. Deze slooten waren in den regel 3 m breed en 1.5 a 2 m diep, zoodat de schaduwen van de taluds zeer bedrieglijk waren. Telkens weer moest in gedachte de zonnestand worden nagegaan en natuurlijk was een grondige

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 119