116 kennis van het terrein noodzakelijk, ook wat betrof de oevers der kreken. Meer malen moest aan de hand van de foto's het terrein bezocht worden om een behoorlijke kadastrale lijn vast te stellen. Nadat ten slotte alle over te nemen lijnen op de foto's nauwkeurig vastgesteld waren, werden zij overgenomen op calqueerpapier, waarbij tegelijkertijd de op de foto's voorkomende fotopunten werden gecopiëerd. Deze calques, welker achter zijden met grafiet waren bestreken, werden nu op het plan aan de gekaarteerde fotopunten aangesloten. Door overhaling der lijnen kwamen deze dan in grafiet op het plan te staan. Daar het calqueerpapier sterk aan werking onderhevig was, moesten deze bewerkingen, per foto, onmiddellijk na elkaar geschieden. Theoretisch zou het aansluiten van de calques op de plans niet de minste moeilijkheden mogen opleveren. In de praktijk echter was dit wel het geval. Ongeveer de helft van het aantal calques (in het geheel waren er 35) sloot zeer goed; bij de andere helft kwamen afwijkingen voor, meestal van ongeveer Yl a 1 mm, doch in enkele gevallen werden er afwijkingen van 2 mm geconsta teerd, overeenkomende dus met 4 m op het terrein. De oorzaak van deze afwijkingen lag in het onthoeken. Het bleek n.l. bij nadere beschouwing, dat niet alle onthoekingen even nauwkeurig waren en dat bij vergissing wel eens andere punten waren aangenomen dan die, welke opgegeven waren. Er was dan ook veel tijd en overleg noodig om dergelijke foto's behoorlijk op het plan over te brengen en het gebeurde wel, dat eenzelfde lijn, die op 2 verschillende foto's voorkwam, op twee wijzen op het plan kwam te staan, zoodat een gemiddelde ligginQ moest worden vastgesteld of, waar zulks mogelijk was, een keuze gedaan naar aanleiding van meetgetallen langs de veelhoekszijden. Waar echter de foto s nauwkeurig onthoekt waren, verliep de bewerking uiterst vlot en leverde ook de aansluiting met aangrenzende gedeelten geen noemenswaardige moeilijk heden op. Opmerkelijk was het, dat de serie foto's uit de eerste strook (er waren 8 strooken) zeer zorgvuldig onthoekt was en dat zij langzamerhand minder goed werden. Nadat op deze wijze de 8 plans tot stand waren gekomen, werden de perceelen op de kaart berekend, waarbij een controle door middel van de ruiten werd toegepast. Hiermede was dus de hermeting afgeloopen. Het overbrengen van de foto's op de plans vorderde ongeveer 2 maanden, hetgeen dus overeenkomt met ongeveer 1 plan per week. Na afloop van het geheele werk werd op ieder plan een eenvoudige verificatie meting verricht met het volgende resultaat: le. De gedeelten, waarvan de foto's behoorlijk scherp en tevens goed onthoekt waren, bleken buitengewoon goed te zijn en bijna in ieder opzicht gelijk te stellen met een op de gewone wijze hermeten plan. 2e. De gedeelten, waarvan de foto's eenigszins vaag, doch goed onthoekt waren, waren over het algemeen ook zeer nauwkeurig, ofschoon er wel eens een verschil werd ontdekt op het midden van een sloot van ongeveer 0.3 tot 0.8 m. Deze afwijkingen waren te wijten aan de vaagheid van de foto's op die plaatsen. 3e. De gedeelten, waarvan de foto's wel scherp, doch minder goed onthoekt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 120