RECHT EN ADMINISTRA TIE. 2, Bibliotheek. Administratieve Problemen Nos. 1, 2 en 3. Probleem N°. 2 wekte den schrijflust onzer lezers. Een viertal inzendingen mochten we ontvangen, in chronologische volgorde 121 Ontvangen van Prof. Hk. J. Heuvelink; Travaux de la Section de Géodésie de 1 Union Géodésique et Géophysique Internationale. Rapports Généraux établis a 1 occasion de la quatrième Assemblee Générale Stockholm, 11—23 Aout 1930. 28 blz. 22 X 28, ing., Paris 1932. Bevat: H. Roussilhe: Rapport sur les Projections, en twee bijvoegsels: H. Roussilhe: Note sur les tables annexes a la table des coordonnées rectangulaires. Calcul de la convergence des méridiens et de l'échelle des longueurs élémentaires. Prof. Hk. J. Heuvelink: Note sur les systèmes de représentation utilisés aux Pays-Bas. 12 Juli 1933. H Bij een inzending op probleem N°. 2 wordt nog een opmerking gemaakt over de door ons voorgestelde oplossing van N°. 1. Wij gaven den raad om door een dading tusschen P. Oud en Van Dalen de moeilijkheden uit den weg te ruimen. Schrijver nu meent, dat een dading niet kan worden toegepast ten aanzien van het vroeger zonder akte verkochte gedeelte. Hij zegt: Immers nu er geen akte was overgeschreven en er nog geen dertig jaren zijn verloopen, was Van Dalen geen eigenaar van dit hoekje grond. Geschil is hierover echter niet tusschen Oud en Van Dalen. Men meent, dat wél geldig is overgedragen. Beroep op verjaring zou ten aanzien van dit hoekje nooit opgaan." Inderdaad is Van Dalen van dit hoekje geen eigenaar. Men „meent" echter, dat dit wél het geval is, maar volgens de overgeschreven titels blijkt P. Oud de eigenaar te zijn. Kans op een geschil is aanwezig en al spreekt art. 1888 B. W. ook van „geding", uit andere artt., b.v. 1892 en 1899 B.W. blijkt duidelijk, dat bedoeld is oplossen of voorkomen van moeilijkheden in het algemeen. Ook art. 1899 B. W. zal in dit geval aan een dading niet in den weg staan, want Oud is bevoegd over het eventueel te betwisten stukje grond te beschikken en evenzoo Van Dalen over zijn vermeende eigenaarsrechten, die door de dading worden verstevigd tot een volledig eigendomsrecht op het litigieuse strookje. Men leze ter zake in W. 12044 een beslissing van de Rechtbank te Groningen d.d. 24 Mei 1929. Daar wordt uitgemaakt, dat de dading en de daaraan door partijen gegeven uitvoering (in dit geval met hulp van den landmeter) den om vang van ieders eigendomsrecht vaststellen. In deze procedure kan men ook weer eens zien hoe lastig het is, een acte op de juiste wijze in te leiden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 125