127 betreffende deze organisatie door ons verdedigd, als zijnde naar onze meening te verkiezen boven het systeem-hoofden van dienst. Na de besprekingen op de algemeene vergadering te 's-Hertogenbosch heeft het Bestuur deze aangelegenheid op 10 October uitvoerig aan het Departement be handeld. Naar aanleiding van de uitbreiding van het aantal hoofden van bureaux is op 10 Januari deze zaak opnieuw aan het Departement besproken. Tenslotte heeft het Bestuur op 19 Juni j.l. in een audiëntie bij den nieuw opgetreden Minister van Financiën de organisatie van onzen dienst nogmaals beschouwd, waarbij in een schriftelijke memorie aan Zijne Excellentie onze wenschen dienaangaande zijn uiteengezet. Ook de proef met de opleiding van teekenaars voor eenvoudige veldwerkzaam- heden werd voortgezet. Op de algemeene vergadering in 1932 werden de werkzaamheden en de recru- teering van veldassistenten uitvoerig besproken. Na deze discussies werd besloten, aan het Departement te vragen, ook een proef te willen nemen met het opleiden van jongelui, niet teekenaars. Het Bestuur heeft hieraan gevolg gegeven bij het bezoek aan het Departement op 10 October, zoowel mondeling als in een schrifte lijke memorie. Ook later is deze wensch geuit, tot nog toe echter zonder succes. Bij den Minister hebben wij ons standpunt in dezen nog eens uiteengezet. Het Bestuur heeft op 4 Maart informatorische besprekingen gehouden met de landmeters, welke zijn belast met de opleiding van teekenaars voor veldwerk- zaamheden. Een verslag daarvan is aan de gewone leden ter kennis gebracht. Op 26 Oct. 1932 heeft het Bestuur aan Ged. Staten van alle provinciën (be halve Gelderland) een afschrift gezonden van de in afl. 4, pag. 156, Tijdschrift 1932, voorkomende Missive van Ged. St. van Gelderland, met het verzoek, een dergelijke aanschrijving te willen richten aan de gemeentebesturen. Ons werd be richt gezonden, dat hieraan gevolg is gegeven door Ged. St. van Noord-Brabant, Noord-Holland, Limburg, Overijsel en Utrecht, terwijl er in Zeeland en Zuid- Holland geen aanleiding voor bleek te bestaan. Ingevolge het besluit der algemeene vergadering werd door het Bestuur d.d. 12 Nov. 1932 een request aan den Minister gericht, waarin maatregelen werden gevraagd om te komen tot de invoering van een nieuwe H. T. W. Bij dit ver zoekschrift werd een Memorie van Toelichting ingezonden. Beide stukken zijn opgenomen in Tijdschrift 1933, le afl., bladz. 28. Het verheugt ons ten zeerste, dat aan ons verzoek gevolg is gegeven. Door den Minister zijn uitgenoodigd tot het vervaardigen van een ontwerp-handleiding ter vervanging van de bestaande H. T. W. de heeren P. J. Hamelberg, Th. L. Kwisthout en J. M. Tienstra. Door eenige grondeigenaren wordt overwogen een actie te beginnen tot het verkrijgen van meerdere rechtszekerheid van den grondeigendom. Op verzoek van deze belanghebbenden wordt een advies samengesteld, op welke wijzen verbetering te verkrijgen zou zijn. Het Bestuur heeft besprekingen gehouden met de heeren Prof. Ir. W. Schermer- horn, J. M. Tienstra en J. G. Fortuin over verschillende onderwerpen, o.a. opleiding landmeters, samenwerking tusschen het Kadaster en andere diensten, het instellen van een examen voor veldassistent. Almelo, Juli 1933. De Secretaris, J. F. JONGEDIJK.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 131