BOER f Na de artikelen, die het Tijdschrift reeds aan Boer heeft gewijd, moge nog plaats zijn voor enkele regelen, in de pen gegeven bij het weder naar voren roepen van indrukken, ge bleven uit langdurigen vriendschappelijken omgang met den thans ontslapene. Met Boer is de grootste figuur, die ooit op ons kadastrale terrein verschenen is, voor altijd van ons heengegaan. Al had hij, reeds tien jaar geleden, zijn ambt neergelegd, de band waar mee hij was gesmeed aan wat eens zijn levenstaak was, kon niet verbroken worden en, zooveel zijn krachten dat toelieten, bleef Boer voor zijn vaandel strijden, waar en wanneer dat noodig was. De wetenschap, dat die eens zoo strijdbare hand, nu voor goed zal rusten, noopt tot een terugblik op wat zij al deed ter wille van de taak, die zij zich had gesteld. Onder het thans werkzame kadasterpersoneel is er niemand meer, die getuige was van den geweldigen indruk, om niet te zeggen de ontstelling, in de kadastrale wereld teweeggebracht, toen, in 1881, de op dat tijdstip nog zoo jonge landmeter van het kadaster I. Boer Hzn. te s-Gravenhage, zijn doorwrochte studie: „De beteekenis en het verband der juridische en technische „grondslagen van een rechtsgeldig kadaster", in „de Economist" het licht deed zien. Kon dat het werk zijn van een Landmeter}a, de kennis van zaken, waarmee over de praktijk van het kadaster was geschreven, sloot ieder ander uit en toch was daar niet veeleer de rechts geleerde aan het woord? Al heeft Boer nooit de in dat werk ontwikkelde denkbeelden ten volle tot werkelijkheid zien worden, niettemin zijn zij in beginsel richtsnoer en ook kenmerk geweest van zijn streven. Hij zag in, dat het kadaster een hoogere bestemming dan de bijhouding van den „burgerlijken" stand der grondbelasting- en hypotheekobjecten nimmer zou kunnen vervullen, zoolang niet èn Door E. Rieuwerts de Vries, oud-Ingenieur Verificateur der Domeinen te Nijmegen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 137