grooter wordt dan 1 mm. De capaciteit van dit minimumgebied (29) is ruim voldoende om de noniën af te lezen, zonder het beeld te verplaatsen. Het is echter steeds goed, om de beelden op de zelfde plaats van het gezichtsveld te brengen. Om de hierboven genoemde voorwaarde te vervullen, is het noodig het prisma een bepaalden stand te geven. Voor ieder prisma moet de beste stand berekend worden. (Voor ons prisma is deze stand verkregen als de normaal op het eerste brekingsvlak een hoek van ls maakt met de richting van de optische as). Indien met het hier besproken verschijnsel bij het monteeren van het prisma rekening wordt gehouden, zal dit niet alleen nonius-, maar ook streep- aflezingen ten goede komen. Metingen met de verbeterde nonius-baak gaven gunstige resultaten. Een constante werd bepaald uit 9 waarnemingen op verschillende afstanden. De m. f. in het gemiddelde van 4 nonius-aflezingen was 7 mm. Op denzelfden dag werden onder geheel dezelfde omstandigheden 10 andere waarnemingen gedaan. De, met de hierboven gevonden constante, herleide aflezingen, gaven een m.f. van 9 mm. Een volgenden dag werden metingen gedaan met tamelijke ondulatie. Als m.f. in het gemiddelde van 4 nonius aflezingen op 14 afstanden werd gevonden 11 mm. Om de practische bruikbaarheid verder na te gaan, werd te Marken een polygoon gemeten van 3600 mde sluitfout was, nadat rekening was gehouden met de correctie voor overgang van geodetische lijn tot koorde in de kaart, in X en Y respec tievelijk 10 en 1 cm. Twee polygoonpunten op 1200 en 2400 m van het eerste driehoekspunt verwijderd, werden als driehoeks- punten bepaald. Het verschil tusschen de coördinaten als driehoeks- en als polygoonpunt was resp. in X en Y, 2 en 3 cm, en 7 en 8 cm. Hiermede was, behalve de bruikbaarheid van de baak, bewezen, dat bij gebruikmaking van dubbelbeeld-afstandsmeting, het aantal driehoekspunten aanmerkelijk kan worden beperkt. Naast de hiergenoemde typen wilde ik U vertoonen de nieuwste, door Prof. Dieperink ontworpen baak (fig. 11). Er is veel overeenkomst met de bekende velden-millimeterbaak. Men zou zeggen het is er een omkeering van. Hier strepen op 2 cm af stand, waar ginds de millimetervelden gevonden worden. Hier 148

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 158